Paragraaf 11.3/11.4/11.5: Het hart/Bloedvaten/ Weefselvloeistof en lymfe

Wat gaan we doen?
1ste uur:
  • VWO: uitleg paragraaf 10.6/10.7
  • HAVO: Opdrachten paragraaf 11.1/11.2 of samenvatten

2e uur:
  • HAVO: uitleg paragraaf 11.3/11.4/11.5
  • VWO: Oefen opdrachten paragraaf 10.6/10.7
1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
1ste uur:
  • VWO: uitleg paragraaf 10.6/10.7
  • HAVO: Opdrachten paragraaf 11.1/11.2 of samenvatten

2e uur:
  • HAVO: uitleg paragraaf 11.3/11.4/11.5
  • VWO: Oefen opdrachten paragraaf 10.6/10.7

Slide 1 - Slide

Paragraaf 11.3: Het hart
11.3 Het hart

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  • Ik kan de onderdelen van het hart noemen
  • Ik kan de functies en kenmerken van deze delen noemen
  • Ik kan de werking van het hart beschrijven





Slide 3 - Slide

1. Hartkleppen & 2. halvemaanvormige kleppen. Hoe staan deze kleppen bij een boezemsamentrekking?
A
1. Open & 2. Open
B
1. Open & 2. Dicht
C
1. Dicht & 2. Open
D
1. Dicht & 2. Dicht

Slide 4 - Quiz

1. Hartkleppen & 2. halvemaanvormige kleppen. Hoe staan deze kleppen bij een kamersamentrekking?
A
1. Open & 2. Open
B
1. Open & 2. Dicht
C
1. Dicht & 2. Open
D
1. Dicht & 2. Dicht

Slide 5 - Quiz

Anatomie buitenkant hart
Kransslagaders vanuit aorta
(=zuurstofrijk)
vertakt rondom hart 

Stroomt terug via kransaders
naar rechterboezem
* brengen O2 en voedingsstoffen naar hartspiercellen
* haalt CO2 en andere afvalstoffen op van hartspiercellen

Slide 6 - Slide

hartslag
Eerst de boezems.
Dan de kamers.

Het geluid wordt veroorzaakt door het dichtslaan van de kleppen.

De hartslag wordt geregeld door de medulla.

Dat is een onderdeel van de hersenstam.

Slide 7 - Slide

Werking van het Hart
1. Boezems trekken samen (Boezemsystole) (klop 1)
2. Kamers trekken samen (Kamersystole)
(Klop 2)
3. Boezems en kamerdiastole (ontspannen)

Slide 8 - Slide

Hartkleppen
Tussen boezem en kamer: Hartkleppen. Sluiting geregeld door pezen. 
Open tijdens boezemsystole en kamerdiastole
Gesloten tijdens kamersystole

Tussen kamer en slagaders:
Halvemaanvormige kleppen. Worden open gedrukt door stromend bloed.
open tijdens kamersystole, gesloten tijdens diastole

Slecht sluiten van kleppen veroorzaakt een hartruis (te horen met stethoscoop)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Het hart
1. Welke onderdelen van het hart kun je al benoemen?



Slide 11 - Slide

Hartcyclus
Hartpauze (diastole) - hartkleppen open - slagaderkleppen dicht
Boezemsystole - hartkleppen open - slagaderkleppen dicht
Kamersystole - hartkleppen dicht - slagaderkleppen open
Hartpauze (diastole) - hartkleppen open - slagaderkleppen dicht
Boezemsystole - hartkleppen open - slagaderkleppen dicht
Kamersystole - hartkleppen dicht - slagaderkleppen open

Hoe regelt het hart dat dit gecontroleerd en gecoördineerd gebeurt??

Slide 12 - Slide

Prikkelgeleidingssysteem
Sinusknoop: groep 
gespecialiseerde cellen in de
rechterboezem geeft een
elektrische impuls af die zich
over de boezems verspreid.
=> de boezems (spierwand)
trekken samen.
Pacemaker.

Slide 13 - Slide

Prikkelgeleidingssysteem
AV-knoop: groep gespeciali-
seerde cellen tussen beide
boezems, deze geleiden de
elektrische impuls door de
harttussenwand naar de bodem
van de hartkamers.
Van daaruit verspreid de impuls
zich over de kamers 
-> kamers trekken samen. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Elektrocardiogram
Hartritme:
Start in gespecialiseerde cellen in de sinusknoop (rechterboezem)

Impulsen trekken over de boezems naar punt (AV-knoop) in tussenwand (P-piek)

Vanuit AV-knoop trekken impulsen naar punt van het hart en daarna over de kamers (QRS piek)

daarna repolariseren de cellen in de spierwand van de kamers (T piek)

Slide 16 - Slide

ECG
Met een ElectroCardioGram (ECG) wordt de elektrische activiteit in het hart gemeten.




P-top: de boezems trekken samen
QRS-top: kamers trekken samen (en boezems ontspannen).
T-top: kamers ontspannen.



Slide 17 - Slide

ECG






Afwijkingen van een normale ECG (met name in het ST segment) wijzen op afgestorven hartspierweefsel en dus op een hartinfarct.


Slide 18 - Slide

Regelen van bloeddruk

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Paragraaf 11.4: De bloedvaten
1. Hoe noemen we bloedvaten die weglopen van het hart?
2. Welk terugkoppeling vindt plaats als de receptoren in de halsslagader een hoge bloeddruk registreren?
3. Wat zijn de drie fasen van de hartcyclus?
4. Tijdens welke fase van de hartcyclus is de bloeddruk in de aorta het hoogst?
5. Op welk moment gaan de halvemaanvormige kleppen open?

Slide 22 - Slide

Lesdoelen
  1. Ik kan de kenmerken en functies van slagaders, aders en haarvaten beschrijven
  2. Ik kan het zuurstofgehalte, glucosegehalte en stroomrichting in de verschillende bloedvaten beschrijven.
  3. Ik kan de bloeddruk in verschillende fasen van de bloedsomloop beschrijven. 

Slide 23 - Slide

3 typen bloedvaten
Vraag
Waarom is de spierwand van slagaders dikker?

Bij welke ader is de holte in het bloedvat groter? Wat zegt dat over de bloeddruk?

Slide 24 - Slide

De verschillen
Kenmerk
Slagaders
Aders
Haarvaten
Bloeddruk
Hoge bloeddruk
Laagste bloeddruk
Lage bloeddruk
Bouw wand
Dikke elastische wand
Dunne elastische wand
1 cellaag dikke wand
Kleppen
Geen kleppen
Kleppen
Geen kleppen
Stroomrichting
Van het hart af
Naar het hart toe
In het weefsel (verbind slagader en ader)

Slide 25 - Slide

Opdracht:
Pak BINAS 84A erbij

Een rode bloedcel gaat van de haarvaten in de nieren naar de haarvaten in lever. Beschrijf de route door het bloedvatenstelsel, benoem alle slagaders, aders en hartcomponenten waar het bloedcel langskomt. 
timer
5:00

Slide 26 - Slide

Bloeddruk
Het bloed in de bloedvaten oefent een druk uit op de wand van de bloedvaten -> de bloeddruk

De bloeddruk in slagaders varieert tijdens de hartcyclus.

Tijdens het samentrekken van het hart wordt er bloed de slagaders ingeperst en is de bloeddruk het hoogst (Bovendruk of systolische druk)

Tijdens het ontspannen van het hart is de bloeddruk het laagst (onderdruk of diastolische druk)

Bloeddruk wordt uitgedrukt in mm Hg. De gemiddelde bovendruk is 120 mm HG en de gemiddelde onderdruk is 80 mm HG

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Slide

Bloeddruk meten

Slide 30 - Slide

Bloeddruk neemt gestaag af

Slide 31 - Slide

Bloed in aders is traag
Bloed in haarvaten gaat heel traag. Waarom?

Terug naar het hart

Slide 32 - Slide

Paragraaf 11.5: Weefselvloeistof en lymfe

Slide 33 - Slide

Lesdoel
  1. Ik kan de kenmerken en functies van weefselvloeistof en lymfe beschrijven.

Slide 34 - Slide

Weefselvloeistof & Lymfe
  • Bloedplasma wordt uit het haarvat geperst: dit is nu weefselvloeistof;
  • Uiteindelijk wordt bijna al het weefselvloeistof opgenomen in de haarvaten;
  • Overtollig weefselvloeistof wordt opgenomen in lymfevaten. Dit heet nu lymfe.

Slide 35 - Slide

Lymfe
  • Lymfe bevat o.a. CO2, hormonen, antistoffen en  zuurstof en voedingsstoffen.
  • In de lymfeknopen wordt de lymfe gezuiverd.
  • Bij een oedeem hoopt weefselvloeistof zich op in de weefsels (door hoge bloeddruk of een infectie).

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Aan de slag!

HAVO:
Paragraaf 11.3: opdracht 21 t/m 31
Paragraaf 11.4: opdracht 34 t/m 43
Paragraaf 11.5: opdracht 45 t/m 50
(bekijk welke opdrachten voor jou uitdagend zijn)


Slide 40 - Slide