2TP Fictie 2.1

H2.1 2TP
Open einde van een boek
Gelsloten einde van een boek
Psychisch perspectief
Personages
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

H2.1 2TP
Open einde van een boek
Gelsloten einde van een boek
Psychisch perspectief
Personages

Slide 1 - Slide

Wat zou een psychisch
perspectief zijn?
A
Als een verhaal wordt verteld door de hoofdpersoon.
B
De gebeurtenissen vanuit het perspectief van verschillende personages.

Slide 2 - Quiz

Hoe heet het als de verhaalgebeurtenissen
vanuit het perspectief van verschillende personages wordt beleefd?
A
Alwetend perspectief
B
Meervoudig perspectief
C
Psychisch perspectief
D
Tijdsperspectief

Slide 3 - Quiz

Theorie (perspectief)
Gebeurtenissen in een verhaal worden altijd vanuit het standpunt van een persoon verteld.
Optie 1: psychisch perspectief
Het verhaal wordt door de hoofdpersoon verteld.
Optie 2: meervoudig perspectief
Je beleeft de gebeurtenissen vanuit het perspectief van verschillende personages.

Slide 4 - Slide

Wat denk je dat het verschil is tussen een hoofdpersoon en een bijpersoon?

Slide 5 - Open question

Theorie (begin van een boek)
Er zijn drie manieren om een boek te beginnen:
- ab ovo-begin
Het boek opent met de eerste gebeurtenis in het verhaal. Chronologisch.
- in medias res-begin
Het boek begint met een spannende gebeurtenis en pas later lees je wat er aan die gebeurtenis vooraf is gegaan (voorgeschiedenis)
- post rem-begin
Het boek begint bij het eind. Wat er daarvoor gebeurd, wordt in de rest van het boek verteld. Niet-chronologisch.

Slide 6 - Slide

0

Slide 7 - Video

Met wat voor soort begin hebben we te maken bij de film 'Slumdog millionair'?
A
ab ovo-begin
B
in medias res-begin
C
post rem-begin

Slide 8 - Quiz

Theorie (personages)


Bijpersoon

- Flat character
- Je leert maar een paar karaktereigenschappen kennen. 
- Veranderen niet.
- Reageren vaak voorspelbaar.
Hoofdpersoon

- Round character
- Je leert verschillende karaktereigenschappen kennen.
- Veranderen wel. 
- Reageren niet steeds hetzelfde.
- Je leest meestal gedachten en gevoelens.

Slide 9 - Slide

En nu werken jullie!
Zie planner.

Slide 10 - Slide