Woordenschat H2 vwo 2

Is 'geitenwollensokken' een metoniem?
A
Ja
B
Nee
1 / 20
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Is 'geitenwollensokken' een metoniem?
A
Ja
B
Nee

Slide 1 - Quiz

Welke 2 vergelijkingen staan er in alinea 1?

Slide 2 - Open question

Welke metafoor staat er in alinea 5?
A
devies
B
voorraadschuur
C
schuilplaats
D
hels

Slide 3 - Quiz

Welke drie metaforen staan er in alinea 6?
A
kruis, spiegel, vicieuze
B
vicieuze, brandstof, reflectie
C
kruis, brandstof, bovenkamer
D
reflectie, spiegel, stress

Slide 4 - Quiz

Welke personificatie staat er in alinea 5?

Slide 5 - Open question

Welke uitdrukking/spreekwoord staat er in alinea 1?

Slide 6 - Open question

Welke uitdrukking/spreekwoord staat er in alinea 2?

Slide 7 - Open question

Welke uitdrukking/spreekwoord staat er in alinea 7?

Slide 8 - Open question

Volgens weerkundigen kunnen we volgende week de ijzers onderbinden.
A
metafoor
B
metoniem
C
vergelijking

Slide 9 - Quiz

'Laat deze drinkbeker maar aan mij voorbijgaan', zei Nick vlak voor het moeilijke proefwerk biologie.
A
metafoor
B
metoniem
C
vergelijking

Slide 10 - Quiz

In juni 1812 rukte Napoleon op naar het oosten om Rusland te bezetten.
A
metafoor
B
metoniem
C
vergelijking

Slide 11 - Quiz

Het nieuws over de romance tussen de filmster en de straatmuzikant sloeg in als een bom.
A
metafoor
B
metoniem
C
vergelijking

Slide 12 - Quiz

Als je twee biertjes gedronken hebt, mag je niet achter het stuur.
A
metafoor
B
metoniem
C
vergelijking

Slide 13 - Quiz

Onze Italiaanse buurvrouw Benedetta is echt een schat van een vrouw.
A
metafoor
B
metoniem
C
vergelijking

Slide 14 - Quiz

In deze villawijk betalen mensen miljoenen voor een hoop stenen.
A
metafoor
B
metoniem
C
vergelijking

Slide 15 - Quiz

Stemmen blanken in de VS merendeels op de Republikeinse Partij?
A
metafoor
B
metoniem
C
vergelijking

Slide 16 - Quiz

Het lijkt wel een oorlog als je al die politie ziet bij een risicowedstrijd.
A
metafoor
B
metoniem
C
vergelijking

Slide 17 - Quiz

Je zult je brood maar moeten verdienen in zo'n zoutmijn.
A
metafoor
B
metoniem
C
vergelijking

Slide 18 - Quiz

Op haar nieuwe Koga fietste Jeanne in tien dagen naar Rome.
A
metafoor
B
metoniem
C
vergelijking

Slide 19 - Quiz

In de avond van zijn leven schreef de auteur zijn autobiografie.
A
metafoor
B
metoniem
C
vergelijking

Slide 20 - Quiz