Woordenschat hoofdstuk 2 A2 toetsweek 4

Woordenschat hoofdstuk 1 
1 / 29
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Woordenschat hoofdstuk 1 

Slide 1 - Slide

Geef de betekenis van het woord:
-krullenbol

Slide 2 - Open question

Geef de betekenis van het woord:
-Goudse

Slide 3 - Open question

Geef de betekenis van het woord:
-zijtribune

Slide 4 - Open question

Geef de betekenis van het woord:
-Eastpack

Slide 5 - Open question

Geef de betekenis van het woord:
-Adele

Slide 6 - Open question

Geef de betekenis van het woord:
-handen

Slide 7 - Open question

Geef de betekenis van het woord:
-het koper

Slide 8 - Open question

Geef de betekenis van het woord:
-een glaasje

Slide 9 - Open question

Lees de zinnen. Noteer de metoniemen en geef de betekenis.

- Hoe is het mogelijk dat zo'n snotneus ervaren rechercheurs om de tuin leidt?

Slide 10 - Open question

Lees de zinnen. Noteer de metoniemen en geef de betekenis.

- Het gaat bij een contract vaak om de kleine lettertjes.

Slide 11 - Open question

Lees de zinnen. Noteer de metoniemen en geef de betekenis.

- Vroeger gaf Maarten les op een middelbare school, nu leeft hij van de pen.

Slide 12 - Open question

Lees de zinnen. Noteer de metoniemen en geef de betekenis.

- 'Ik lust nog wel een zakje', zei de uitgehongerde Joost tegen de patatbakker.

Slide 13 - Open question

Lees de zinnen. Noteer de metoniemen en geef de betekenis.

- Het was een race tegen de klok om de schoolkrant op tijd gedrukt te krijgen.

Slide 14 - Open question

Lees de zinnen. Noteer de metoniemen en geef de betekenis.

- Je moet ook als fietser gewoon stoppen voor rood.

Slide 15 - Open question

Lees de zinnen. Noteer de metoniemen en geef de betekenis.

- 'Geef me de vijf', zei oom Henk toen ik mijn zwemdiploma had gehaald.

Slide 16 - Open question

Lees de zinnen. Noteer de metoniemen en geef de betekenis.

- Liep Pheidippides de marathon op Nike of op blote voeten?

Slide 17 - Open question

Geef aan wat de beeldspraak uit de zin is: een vergelijking, metafoor, personificatie of metoniem en schrijf de beeldspraak op. Leg ook uit wat met de beeldspraak wordt bedoeld.

- Volgens weerkundigen kunnen we volgende week de ijzers onderbinden.

Slide 18 - Open question

Geef aan wat de beeldspraak uit de zin is: een vergelijking, metafoor, personificatie of metoniem en schrijf de beeldspraak op. Leg ook uit wat met de beeldspraak wordt bedoeld.

- 'Laat deze drinkbeker maar aan mij voorbijgaan', zei Nick vlak voor het moeilijke proefwerk biologie.

Slide 19 - Open question

Geef aan wat de beeldspraak uit de zin is: een vergelijking, metafoor, personificatie of metoniem en schrijf de beeldspraak op. Leg ook uit wat met de beeldspraak wordt bedoeld.

- In juni 1812 rukte Napoleon op naar het oosten om Rusland te bezetten.

Slide 20 - Open question

Geef aan wat de beeldspraak uit de zin is: een vergelijking, metafoor, personificatie of metoniem en schrijf de beeldspraak op. Leg ook uit wat met de beeldspraak wordt bedoeld.

- Het nieuws over de romance tussen de filmster en de straatmuzikant sloeg in als een bom.

Slide 21 - Open question

Geef aan wat de beeldspraak uit de zin is: een vergelijking, metafoor, personificatie of metoniem en schrijf de beeldspraak op. Leg ook uit wat met de beeldspraak wordt bedoeld.

- Als je twee biertjes gedronken hebt, mag je niet achter het stuur.

Slide 22 - Open question

Geef aan wat de beeldspraak uit de zin is: een vergelijking, metafoor, personificatie of metoniem en schrijf de beeldspraak op. Leg ook uit wat met de beeldspraak wordt bedoeld.

- Onze Italiaanse buurvrouw Benedetta is echt een schat van een vrouw.

Slide 23 - Open question

Geef aan wat de beeldspraak uit de zin is: een vergelijking, metafoor, personificatie of metoniem en schrijf de beeldspraak op. Leg ook uit wat met de beeldspraak wordt bedoeld.

- In deze villawijk betalen mensen miljoenen voor een hoop stenen.

Slide 24 - Open question

Geef aan wat de beeldspraak uit de zin is: een vergelijking, metafoor, personificatie of metoniem en schrijf de beeldspraak op. Leg ook uit wat met de beeldspraak wordt bedoeld.

- Stemmen blanken in de VS merendeel op de Republikeinse partij?

Slide 25 - Open question

Geef aan wat de beeldspraak uit de zin is: een vergelijking, metafoor, personificatie of metoniem en schrijf de beeldspraak op. Leg ook uit wat met de beeldspraak wordt bedoeld.

- Het lijkt wel oorlog als je al die politie ziet bij een risicowedstrijd.

Slide 26 - Open question

Geef aan wat de beeldspraak uit de zin is: een vergelijking, metafoor, personificatie of metoniem en schrijf de beeldspraak op. Leg ook uit wat met de beeldspraak wordt bedoeld.

- Je zult je brood maar moeten verdienen in zo'n zoutmijn.

Slide 27 - Open question

Geef aan wat de beeldspraak uit de zin is: een vergelijking, metafoor, personificatie of metoniem en schrijf de beeldspraak op. Leg ook uit wat met de beeldspraak wordt bedoeld.

- Op haar nieuwe Koga fietste Jeanne in tien dagen naar Rome.

Slide 28 - Open question

Geef aan wat de beeldspraak uit de zin is: een vergelijking, metafoor, personificatie of metoniem en schrijf de beeldspraak op. Leg ook uit wat met de beeldspraak wordt bedoeld.

- In de avond van zijn leven schreef de auteur zijn biografie.

Slide 29 - Open question