7.2 Regels in het verkeer

Welkom M1C
1 / 46
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom M1C

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
Vertellen wat je nog weet.
Luisteren naar de uitleg.
Samen opdrachten maken.
Alleen opdrachten maken.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welke woorden horen bij verkeer?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Mijn omgeving

Slide 4 - Slide

This item has no instructions


A
Het huis
B
De flat
C
Het appartement
D
De boerderij

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions


A
Het huis
B
De flat
C
Het appartement
D
De boerderij

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Een klein deel van een stad of dorp.
A
Woonplaats
B
Woonwijk
C
Mijn omgeving
D
Tuin

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat in de buurt van je huis is
A
Mijn omgeving
B
Druk
C
Rustig
D
Tuin

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

Het kruispunt 
Omgeving
Alles in de beurt van waar je woont
Verkeer
Alles wat te maken heeft met wat er op straat gebeurt.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Omgeving
Alles in de beurt van waar je woont
Het kruispunt

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Omgeving
Alles in de beurt van waar je woont
De rotonde

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Omgeving
Alles in de beurt van waar je woont
Het stoplicht

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Omgeving
Alles in de beurt van waar je woont
Het zebrapad

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Omgeving
Alles in de beurt van waar je woont
De straat

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Omgeving
Alles in de beurt van waar je woont
De stoep

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Omgeving
Alles in de beurt van waar je woont
Het fietspad

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Omgeving
Alles in de beurt van waar je woont
Het verkeersbord

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Omgeving
Alles in de beurt van waar je woont
Het station

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Omgeving
Alles in de beurt van waar je woont
De bushalte

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Omgeving
Alles in de beurt van waar je woont
Oversteken

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Omgeving
Alles in de beurt van waar je woont
De richting
Richting aangeven
Welke kant je op gaat
Zeggen welke kant je op gaat

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Omgeving
Alles in de beurt van waar je woont
Voorrang
Wie er eerst mag, heeft voorrang

Slide 23 - Slide

This item has no instructions


A
Het verkeersbord
B
Het stoplicht
C
Het kruispunt
D
Het zebrapad

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions


A
Het verkeersbord
B
Het stoplicht
C
Het kruispunt
D
Het zebrapad

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions


A
De stoep
B
De straat
C
Het fietspad
D
Het verkeer

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions


A
De stoep
B
De straat
C
Het fietspad
D
Het verkeer

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

De plaats waar ik woon
A
De bushalte
B
Het station
C
Het kruispunt
D
Het verkeersbord

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

De plaats waar ik woon
A
De bushalte
B
Het station
C
Het kruispunt
D
Het verkeersbord

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Maak een zin met: De stoep

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met: Het verkeersbord

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met: Het station

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met: Het stoplicht

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

In mijn omgeving is veel verkeer.
Ik woon bij een druk kruispunt met stoplichten.
Het station is vlak bij mijn huis.
Ik kan er heen lopen of ik kan met de bus gaan.


Slide 34 - Slide

This item has no instructions

In mijn omgeving is weinig verkeer.
Ik woon in een rustige straat.
De bushalte is vlak bij mijn huis.
Ik kan met de bus of met de fiets naar de stad.


Slide 35 - Slide

This item has no instructions

In mijn omgeving is .... .
Ik woon ... .
 ... is vlak bij mijn huis.
Ik kan ... .



Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig

Blz , 231,232maken

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

De docent zegt de woorden. 
Jullie luisteren goed.
Daarna zeggen jullie de woorden na.

Je krijgt nu 15 minuten de tijd.
Schrijf de woorden in je schrift. 
Leer de woorden uit je hoofd.
Luisteren 18.1

Slide 38 - Slide

Klik op de koptelefoon om het geluidsbestand te openen. Als je het scherm deelt met de leerlingen, kunnen ze dat ook zelfstandig doen.

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Maak af met het werkwoord mogen en kunnen:

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

De woorden in de zin staan door elkaar. Schrijf ze goed op.
https://wordwall.net/nl/resource/60737245/kunnen-mogen

Slide 46 - Slide

This item has no instructions