Beide/beiden alle/allen 2022

Wat gaan we vandaag doen? 
  • Alle - allen / beide - beiden -> meervouds-n
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat gaan we vandaag doen? 
  • Alle - allen / beide - beiden -> meervouds-n

Slide 1 - Slide

Meervouds-n bij verwijzingen

Slide 2 - Slide

Meervouds-n bij verwijzing

Slide 3 - Slide

Meervouds-n bij verwijzingen

Slide 4 - Slide

-E / -EN
1. Hij kon niet kiezen tussen de twee auto’s, want hij vond ze beide/beiden erg mooi.
2. Vele/velen hadden zin om te gaan schaatsen.
3. Jonge kinderen hebben het vaak makkelijker dan de ouden/oude.
4. Verschillende/verschillenden van jullie zijn op skireis geweest.

Slide 5 - Slide

Mijn broers zijn al oud, maar gelukkig zijn ze beide / beiden nog fit.
A
beide
B
beiden

Slide 6 - Quiz

Uit alle / allen reacties bleek dat de presentatie te saai was.
A
alle
B
allen

Slide 7 - Quiz


Lees beide / beiden hoofdstukken.
A
beide
B
beiden

Slide 8 - Quiz

Dat is voor ons beide / beiden het handigst.
A
beide
B
beiden

Slide 9 - Quiz

Alle / allen zijn welkom op de musical.
A
alle
B
allen

Slide 10 - Quiz

De broers maken ruzie, maar beide/beiden hebben schuld.
A
beide
B
beiden

Slide 11 - Quiz

De lessen worden alle / allen op online aangeboden.​
A
alle
B
allen

Slide 12 - Quiz

Je moet beide / beiden handen aan het stuur houden.
A
beide
B
beiden

Slide 13 - Quiz

De juf heeft jullie beide / beiden gewaarschuwd.
A
beide
B
beiden

Slide 14 - Quiz

Ze hadden beide / beiden last van de muggen.
A
beide
B
beiden

Slide 15 - Quiz

Onze vrienden waren alle / allen aanwezig op het feestje.
A
alle
B
allen

Slide 16 - Quiz

Alle / allen pennen doen het nog
A
allen
B
alle

Slide 17 - Quiz

De honden werden alle / allen uitgelaten.
A
alle
B
allen

Slide 18 - Quiz