6.1 De Verlichting

Leerdoelen
  • uitleggen dat het rationalisme van de Verlichting een nieuwe manier van denken was
  • met voorbeelden uitleggen dat het verlichte denken leidde tot discussies over allerlei aspecten van de samenleving
  • verklaren waarom veel verlichte denkers voorstander waren van religieuze tolerantie
  • uitleggen wat wordt bedoeld met een ‘mechanistisch wereldbeeld’ (deïsme)
  • uitleggen welke nieuwe ideeën over het bestuur Locke, Montesquieu en Rousseau hadden
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Leerdoelen
  • uitleggen dat het rationalisme van de Verlichting een nieuwe manier van denken was
  • met voorbeelden uitleggen dat het verlichte denken leidde tot discussies over allerlei aspecten van de samenleving
  • verklaren waarom veel verlichte denkers voorstander waren van religieuze tolerantie
  • uitleggen wat wordt bedoeld met een ‘mechanistisch wereldbeeld’ (deïsme)
  • uitleggen welke nieuwe ideeën over het bestuur Locke, Montesquieu en Rousseau hadden

Slide 1 - Slide

Kenmerkend aspect

Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen

Slide 2 - Slide

Zelf nadenken!
  • In de 18e eeuw geloofden nog veel mensen in het idee van een God die ingrijpt in de wereld.  
  • rituelen zoals bidden, gaven de mensen een gevoel van zekerheid dat ze God gunstig konden stemmen en zo zijn straffen konden afwenden.
  • De Franse schrijver Voltaire noemde het geloof dogmatisch: iets werd zonder bewijs voor waarheid aangenomen en er mocht geen kritiek op worden geleverd.
  • Sinds de wetenschappelijke revolutie was het vertrouwen in het eigen verstand (ratio) enorm gegroeid. Geleerden begrepen de wereld immers steeds beter door logisch nadenken (rationalisme) en door onderzoek via waarneming (empirisme). 

Slide 3 - Slide

Kritiek op kerk en samenleving
  • Veel verlichte denkers waren kritisch over de samenleving en de rol van de kerk 
  • ze vonden dat er onnodig veel onderdrukking, armoede en uitbuiting was in de samenleving
  • In opvoeding en scholing zagen de verlichte denkers de belangrijkste manier om de samenleving als geheel te verbeteren.
  • Er ontstond een gevoel van vooruitgangsoptimisme: het verstand zorgde ervoor dat de mens steeds meer kon bereiken en minder in 'het duister' tastte.
  • Niet alle verlichte denkers waren het met elkaar eens. De mens was niet alleen een rationeel denkend wezen, maar ook een vat vol emoties en gevaarlijke lusten.
  • Over van alles werd kritisch nagedacht, veel werd onderzocht en vaak verschilden de meningen.

Slide 4 - Slide

Herhaling
  • In welke eeuw en in welk tijdvak speelde de verlichting zich af?
  • Hoe keken verlichte denkers aan tegen geloof en kerk?
  • Wat hield het deïsme (mechanistisch godsbeeld ) nog eens in? Welke verlichte dacht op deze manier?
  • De meeste verlichte denkers geloofden niet in God. Klopt dit? Leg uit.
  • Hoe dacht Baruch Spinoza over God?
  • Wat heeft vooruitgangsoptimisme te maken met de verlichting?
  • Welke 3 verlichte filosofen hebben veel impact gehad op politiek gebied voor onze westerse democratische rechtsstaat? Noem ze en leg uit!
  • Verlichte ideeën hadden een zowel positieve als negatieve uitwerking als je denkt aan slavernij. Leg uit!

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Denken over God
  • Veel verlichte denkers vonden dat men afwijkende religieuze opvattingen niet moest verbieden en waren voor tolerantie. En veel denkers waren gelovig.
  •  er ontstonden wel verschillende opvattingen over de rol van God. Volgens velen bewees natuuronderzoek vooral hoe slim en doordacht God de natuur had geschapen.
  • Niet volgens Voltaire: er was te veel kwaad en rampspoed in de wereld om zo’n optimistisch gods- en wereldbeeld te hebben. 
  • Voltaire was aanhanger van het deïsme. (mechanistisch wereldbeeld / zie par. 5.3)
  • Baruch Spinoza zag God zelfs niet meer als een persoon op de 'achtergrond', maar zag God in natuurlijke processen. Dit was echter voor die tijd gevaarlijk om te beweren, zelfs in de tolerante Republiek.
Baruch Spinoza. Nederlandse filosoof en lenzenslijper uit de 17e eeuw

Slide 9 - Slide

Denken over politiek en staat
  • verlichte denkers dachten ook veel na over politiek en staat. Uiteindelijk ontstonden zo drie belangrijke nieuwe ideeën:
  1. John Locke vond dat alle mensen natuurlijke (gelijke) rechten hebben, (recht op leven, bezit en vrijheid). Om dit te beschermen sluiten burgers een sociaal contract waarbij de overheid regeert op basis van vertrouwen. Is deze kwaadwillend dan mogen ze een andere aanstellen.
  2. Rousseau was radicaler. Hij ging ervan uit dat een regering niets anders is dan een uitvoerder van de gezamenlijke wil van alle burgers die de macht hebben (volkssoevereiniteit). Burgers zijn vrij om altijd de macht terug te nemen.
  3. Montesquieu schreef dat machtsmisbruik kan worden voorkomen door een scheiding der machten (trias politica). Wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht.

Slide 10 - Slide

Denken over sociale en economische zaken
  • Er werd tijdens de Verlichting over alles nagedacht.
  • Er kwamen nieuwe inzichten op het gebied van bijvoorbeeld opvoeding en rechtspraak
  • De wrede martelmethoden uit de middeleeuwen en vroegmoderne tijd werden ter discussie gesteld. Er werd gepleit voor het afschaffen van lijfstraffen en invoeren van meer humane straffen (een bekentenis na marteling werd verboden).
  • Het idee dat een samenleving zich ontwikkelde en verbeterde, zorgde voor het idee dat er primitieve volken waren en meer ontwikkelde volken. Dit stimuleerde het westerse superioriteitsgevoel. 
  • Aan de andere kant zorgde het idee van gelijke rechten ook voor kritiek op de onderdrukking en slavernij van volken.
  • Adam Smith: stimulering vrijhandel (liberalisme).
Adam Smith werd bekend met zijn boek: 'Wealth of Nations'.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video