Inhoudswoorden & functiewoorden

Inhoudswoorden & functiewoorden 

Woordsoorten benoemen 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 8

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Inhoudswoorden & functiewoorden 

Woordsoorten benoemen 

Slide 1 - Slide

Werkwoorden

Slide 2 - Mind map

Zelfstandig naamwoord

Slide 3 - Mind map

Voorzetsels

Slide 4 - Mind map

Lidwoorden

Slide 5 - Mind map

Voornaamwoorden

Slide 6 - Mind map

Inhoudswoorden
& functiewoorden

Slide 7 - Mind map

Voegwoorden

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Slide

Vandaag openen wij de gele brief. 

Slide 10 - Slide

Morgen fietsen wij naar het nieuwe zwembad.

Slide 11 - Slide

Wat is het werkwoord?

Volgende week maken wij de moeilijke toets.
A
Volgende week
B
maken
C
moeilijke
D
toets

Slide 12 - Quiz

Wat is het zelfstandig naamwoorden?

Volgende week maken wij de moeilijke toets.
A
Volgende week
B
maken
C
moeilijke
D
toets

Slide 13 - Quiz

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

Volgende week maken wij de moeilijke toets.
A
Volgende week
B
maken
C
moeilijke
D
toets

Slide 14 - Quiz

Wat is het bijwoord?

Volgende week maken wij de moeilijke toets.
A
Volgende week
B
maken
C
moeilijke
D
toets

Slide 15 - Quiz

Volgende week speelt Ajax de laatste competitiewedstrijd.
Wat zijn de inhoudswoorden?

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

De poes slaapt in de mand, want ze is moe. 

Slide 18 - Slide

Dat boek leest hij voor zijn plezier. 

Slide 19 - Slide

Wat is het voegwoord?

Donny scoort, maar in de vorige wedstrijd deed hij dit ook.
A
maar
B
in
C
de
D
hij

Slide 20 - Quiz

Wat is het lidwoord?

Donny scoort, maar in de vorige wedstrijd deed hij dit ook.
A
maar
B
in
C
de
D
hij

Slide 21 - Quiz

Wat is het voornaamwoord?

Donny scoort, maar in de vorige wedstrijd deed hij dit ook.
A
maar
B
in
C
de
D
hij

Slide 22 - Quiz

Wat is het voorzetsel?

Donny scoort, maar in de vorige wedstrijd deed hij dit ook.
A
maar
B
in
C
de
D
hij

Slide 23 - Quiz

Groep 8 oefent hard, want zij moeten de tekst uit het hoofd kennen.
Wat zijn de functiewoorden?

Slide 24 - Open question

Werkblad 

Slide 25 - Slide