les 8 en 9 formuleren foutieve beknopte bijzin

Formuleren 
 
Foutieve beknopte bijzin

Luid zingend kwam de bus
 bij de Efteling aan!



                  
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with text slides.

Items in this lesson

Formuleren 
 
Foutieve beknopte bijzin

Luid zingend kwam de bus
 bij de Efteling aan!



                  

Slide 1 - Slide

Formuleren 
 
Foutive beknopte bijzin                                    Wat moet het wel zijn?

Luid zingend kwam de bus
 bij de Efteling aan!



                  

Slide 2 - Slide

Formuleren 
 
Foutieve beknopte bijzin                                    Wat moet het wel zijn?

Luid zingend kwam de bus
 bij de Efteling aan!



                  
Terwijl de kinderen luid zongen, kwam de bus bij de Efteling aan.

Slide 3 - Slide

De foutieve beknopte bijzin
Wat is eigenlijk een beknopte bijzin?
  • Een zin zonder onderwerp en persoonsvorm.

  • We aten een ijsje. + We reden naar Utrecht.




Slide 4 - Slide

De foutieve beknopte bijzin
Wat is eigenlijk een beknopte bijzin?
  • Een zin zonder onderwerp en persoonsvorm.

  • We aten een ijsje. + We reden naar Utrecht.

    Na een ijsje te eten, reden we naar Utrecht.




Slide 5 - Slide

De foutieve beknopte bijzin
Wat is eigenlijk een beknopte bijzin?
  • Een zin zonder onderwerp en persoonsvorm.

  • We aten een ijsje. + We reden naar Utrecht.

    Na een ijsje te eten, reden we naar Utrecht. Of
    Een ijsje etend, reden we naar Utrecht.
    Helemaal volgegeten, reden we naar Utrecht.



Slide 6 - Slide

De beknopte bijzin
Wat is eigenlijk een beknopte bijzin?
  • Een zin zonder onderwerp en persoonsvorm.

  • We aten een ijsje. + We reden naar Utrecht.

    Na een ijsje te eten, reden we naar Utrecht. Of
    Een ijsje etend, reden we naar Utrecht.  
    Helemaal volgegeten, reden we naar Utrecht.



  1. te + hele ww
  2. onv. dw.
  3. volt. dw.

Slide 7 - Slide

De foutieve beknopte bijzin
  • In een foutieve beknopte bijzin is het denkbeeldig onderwerp in de beknopte bijzin anders dan in de hoofdzin.







Slide 8 - Slide

Formuleren H6
 
Foutieve beknopte bijzin

Luid zingend, kwam de bus
 bij de Efteling aan!



                  
Onderwerp

Slide 9 - Slide

Formuleren H6
 
Foutieve beknopte bijzin

Luid zingend, kwam de bus
 bij de Efteling aan!



                  
Onderwerp
Denkbeeldig onderwerp 
= niet 'de bus' 

Slide 10 - Slide

Foutieve beknopte bijzin
Nog een voorbeeld:






Slide 11 - Slide

Foutieve beknopte bijzin verbeteren
Oplossing: voeg weer een ow en pv toe!

  • Het vlees is goed gebraden
                    +
  • Hij eet het vlees
  • Het goed gebraden vlees eet hij op.
                    of
  • Goed gebraden, wordt het vlees door hem opgegeten.






Slide 12 - Slide

Wat klopt er niet, hoe is het beter?
Cola drinkend verscheen de openingsscène van Star Wars op het beeld.


Na chocolade te hebben gegeten kwam de huiduitslag weer opzetten.


Na gedoucht te hebben bleek mijn handdoek doorweekt.

Slide 13 - Slide

Wat klopt er niet, hoe is het beter?
Cola drinkend verscheen de openingsscène van Star Wars op het beeld.


Na chocolade te hebben gegeten kwam de huiduitslag weer opzetten.


Na gedoucht te hebben bleek mijn handdoek doorweekt.

  • Toen we cola dronken, verscheen de openingsscène van Star Wars op het beeld.

  • Nadat ik chocolade had gegeten, kwam de huiduitslag weer opzetten.

  • Nadat ik gedoucht had, bleek mijn handdoek doorweekt.


Slide 14 - Slide

oefenen 
1. Maak opdracht L, M en N uit het boekje
 formuleren (blz. 14 en 15)
Lees even de theorie terug over foutieve samentrekkingen en incongruentie.

2. Let op: de toets formuleren is op donderdag 29 februari.

Het denkbeeldige onderwerp uit deel 1 moet hetzelfde zijn als het onderwerp in deel 2. Is dit niet zo? Dan foutief.
Verbeteren: voeg het onderwerp in deel 1 toe.

Slide 15 - Slide

Welkom 4v
Deze lessen:
- Nakijken L, M, N (blz. 14)
- Herhaling pleonasme, tautologie, foutieve samentrekking, foutieve beknopte bijzin en incongruentie.
- Oefening O en P maken (blz. 15) en daarna nakijken
- Verder met Q en R :)

Slide 16 - Slide

Nakijken L
  1. Wel (Als je hard traint en goed eet...)
  2.  Wel (Terwijl we nog slaperig waren na een korte nacht...)
  3. Niet
  4. Wel (Nadat de vakbonden drie uur hadden overlegd...)
  5. Niet
  6. Wel (Toen we op het perron aankwamen...)
  7. Wel (Als ik wacht voor de kassa...)
  8. Wel (Toen we aangekomen waren bij het theater...)
  9. Niet     10. Wel (Toen ik mijn laatste e-mail checkte...) 

Slide 17 - Slide

Nakijken M
  1. Foutieve beknopte bijzin (Nadat mijn zus een uur gebeld had...)
  2. Foutieve samentrekking (is heeft een verschillende betekenis)
  3. Foutieve samentrekking (Sophie is eerst onderw. daarna meew.vw.)
  4. Foutieve beknopte bijzin (Toen we bij de H&M aankwamen...)
  5. Foutieve beknopte bijzin (Als je eenmaal bent ingelogd...)
  6. Foutieve samentrekking (zijn picknicktafels, is een vijver)
  7. Foutieve beknopte bijzin (Terwijl ik droomde van mijn knappe vriendin...)
  8. Foutieve samentrekking (... en daarom is hij...)

Slide 18 - Slide

Nakijken N
  1. Foutieve samentrekking (je moet de persoonsvorm toevoegen)
  2. Foutieve samentrekking 
  3. Correcte samentrekking? 
  4. Incongruentie (bleven = bleef, je hoeft geen pv toe te voegen)
  5. Foutieve samentrekking
  6. Foutieve samentrekking (de leerling lijdend vw, en daarna meew. vw)
  7. Foutieve samentrekking (betekenisverschil geven)
  8. Foutieve samentrekking (grammaticale rol)
  9. Foutieve samentrekking (maar ik maak nooit ruzie (enkelvoud)
  10. Incongruentie (een groot deel... tevreden was)

Slide 19 - Slide

Herhaling: pleonasme, tautologie, foutieve samentrekking, foutieve beknopte bijzin of incongruentie?
  1. Lopend naar de overkant reed de auto hem bijna aan.
  2. Na de blessuretijd konden de spelers de wedstrijd weer hervatten.
  3. We moeten goed opletten, want mevrouw Marchal is immers aan het uitleggen.
  4. Jullie worden niets gevraagd!
  5. De kudde elanden staan in de sneeuw.
  6. Hij heeft de trein gehaald en een nieuwe jas.
  7. De kudde elanden staat in de sneeuw en de leeuwen op de savanne.

Slide 20 - Slide

Pleonasme, tautologie, foutieve samentrekking, foutieve beknopte bijzin of incongruentie?
  1. Lopend naar de overkant reed de auto hem bijna aan.
  2. Na de blessuretijd konden de spelers de wedstrijd weer hervatten.
  3. We moeten goed opletten, want mevrouw Marchal is immers aan het uitleggen.
  4. Jullie worden niets gevraagd!
  5. De kudde elanden staan in de sneeuw.
  6. Hij heeft de trein gehaald en een nieuwe jas.
  7. De elanden staan in de sneeuw en de leeuw op de savanne.

  1. ft. beknp. bijz.
  2. pleonasme
  3. tautologie
  4. incongruentie
  5. incongruentie
  6. ft. samentr.
  7. ft. samentr.

Slide 21 - Slide

Pleonasme, tautologie, foutieve samentrekking, foutieve beknopte bijzin of incongruentie?
Maak opdracht O en P uit de reader op blz. 15, 16

Let op, in opdracht P vind je ook verwijsfouten

We kijken ze zo na.

Slide 22 - Slide

4V Welkom terug!
- Kahoot formuleringsfouten
- Opdracht Q en R maken (van R mag je zin 7 en 11 overslaan)
- Opdrachten bespreken

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link

Opdracht Q en R maken
(van R mag je zin 7 en 11 overslaan)
We kijken ze zo na.

Slide 25 - Slide

Alvast een fijne vakantie!
Denk alvast na over een nieuw leesboek!
(Geen jeugdboek meer, ik zal een lijst met suggesties in teams zetten)
Individuele opdracht.

Stuur mij nog even de aantekeningen bij de podcast voor in je dossier!

Slide 26 - Slide