Onderdeel 2 Cursus 5 Paragraaf 2 Persoonsvorm

Onderdeel 2 Cursus 5
Paragraaf 2 
Persoonsvorm
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Onderdeel 2 Cursus 5
Paragraaf 2 
Persoonsvorm

Slide 1 - Slide

Start van de les!
Bij de start van de les heb je op tafel:
- Je boek Nieuw Nederlands (blz. 200 en 201)
- Je schrift 
- Je pen/etui

Heb je dit niet op tafel, dan zijn spullen niet in orde!
timer
2:30

Slide 2 - Slide

(Optioneel) Lezen!
De familie Grafzerk.

Slide 3 - Slide

Doelstelling
  • Je leert de persoonsvorm (pv) te vinden in een zin.  

Slide 4 - Slide

Weet je al hoe je de persoonsvorm kunt vinden?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Link

Persoonsvorm
In elke zin staan één of meer werkwoorden. Een van die werkwoorden is de persoonsvorm (pv).

Bekijk de volgende zin:
Chantal en Kirsten voetballen in hetzelfde team.


Slide 7 - Slide

Zo vind je de persoonsvorm
Er zijn twee manieren om te bepalen welk werkwoord de persoonsvorm is.
Chantal en Kirsten willen in hetzelfde team voetballen.


Manier 1 – de vraagproef: Maak van de zin een vraag met precies dezelfde woorden.
Willen Chantal en Kirsten in hetzelfde team voetballen?
Het werkwoord dat vooraan komt te staan, is de persoonsvorm.


Manier 2 – de tijdproef: Zet de zin in een andere tijd: maak van de tegenwoordige tijd de verleden tijd of andersom.
Chantal en Kirsten wilden in hetzelfde team voetballen.
Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.


Slide 8 - Slide

Aan de slag!
Samen maken we 
opdracht 1 en 2. 
blz. 200 en 201.


<--- Opdracht 1: Vraagproef
timer
1:00

Slide 9 - Slide

Aan de slag!
Opdracht 2: Tijdproef ------>

Slide 10 - Slide

Aan de slag
  • Maken opdracht 3 t/m 6. Samenwerken is oké.
    Wat niet af is, wordt huiswerk. 
timer
20:00

Slide 11 - Slide

Opdracht 7

Slide 12 - Slide

Opdracht 7

Slide 13 - Slide

Aan de slag
  • Maken opdracht 7b en 8b. Samenwerken is oké.
    Wat niet af is, wordt huiswerk. 
timer
4:00

Slide 14 - Slide

Welke proef om de persoonsvorm te vinden wordt gebruikt?
Jan eet een BigMac.
Jan at een BigMac.
A
Vraagproef
B
Tijdproef

Slide 15 - Quiz

Welke proef om de persoonsvorm te vinden wordt gebruikt?
Hans heeft een flink stuk gefietst.
Hans had een flink stuk gefietst.
A
Vraagproef
B
Tijdproef

Slide 16 - Quiz

Welke proef om de persoonsvorm te vinden wordt gebruikt?
Mohammed heeft de wedstrijd gewonnen.
Heeft Mohammed de wedstrijd gewonnen?
A
Vraagproef
B
Tijdproef

Slide 17 - Quiz

Wat is de PV?
Herbivoren zijn dieren die graag planten eten.
A
Herbivoren
B
zijn
C
planten
D
eten

Slide 18 - Quiz

Wat is de PV?
Het weer is de afgelopen dagen erg wisselvallig geweest.
A
weer
B
wisselvallig
C
geweest
D
is

Slide 19 - Quiz

In de krant staan allerlei verschillende rubrieken, zoals economie, sport, binnenlands en buitenlands nieuws
A
Synoniem zoeken
B
Omschrijving zoeken
C
Voorbeeld zoeken

Slide 20 - Quiz

Over enkele dagen ontvangt Saar haar nieuwe schoenen
A
dagen
B
ontvangt
C
Saar
D
schoenen

Slide 21 - Quiz

Op welke manier kun je de persoonsvorm vinden?

Slide 22 - Open question

Vond je deze paragraaf moeilijk of makkelijk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Waarom vind je dat?

Slide 24 - Open question

Vragen

Slide 25 - Open question