email schrijven 1bkt1 les 2

Goedemorgen!!
Welkom bij Nederlands!

Nodig: laptop + pen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Goedemorgen!!
Welkom bij Nederlands!

Nodig: laptop + pen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Lesdoelen

  • Terugblik uitleg zakelijke e-mail

  • Quiz met vragen

  • Zelfstandig werken oefen e-mail
  • Evaluatie les

Slide 2 - Slide

timer
10:00

Slide 3 - Slide

Hoe schrijf ik een e-mail?


Lesdoel: na deze les weet je hoe je een e-mail moet schrijven 
en weet je waar je op moet letten. 


--> terugblik uitleg !

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Slide 6 - Slide

Zakelijke e-mail heeft vaste onderdelen:
  • Onderwerp
  • Aanhef
  • Inleiding
  • Kern
  • Slot
  • Slotgroet
  • Voornaam + Achternaam 

Slide 7 - Slide

Een zakelijke e-mail=
A
formeel
B
informeel

Slide 8 - Quiz

Een zakelijke mail stuur je
A
naar je beste vrienden
B
naar bedrijven of instellingen

Slide 9 - Quiz

Kies de juiste aanhef...
A
Hallo heer, mevrouw,
B
Geachte heer, mevrouw,
C
Geachte heer en mevrouw,

Slide 10 - Quiz

In een zakelijke e-mail spreek je de ander aan met 'u'.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Kies de juiste afsluiting, slotgroet..
A
Groetjes,
B
Met vriendelijke groet,
C
Met vriendelijke groet

Slide 12 - Quiz

In een zakelijke e-mail moet je verplicht je adres en telefoonnummer vermelden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Kies uit opdracht: 1 of 2
1. Je mailt naar je docent Nederlands, omdat je de toets voor morgen niet kunt maken. Je hebt niet kunnen leren, omdat je ziek was. info@carmelhengelo.nl

2. Je mailt naar de Mediamarkt, omdat de telefoon die gisteren hebt gekocht heel traag is. Vraag of zij een oplossing voor je hebben. Ook wil je nog een extra hoesje erbij. Het liefst in de kleur geel.
info@mediamarkt.nl

Slide 14 - Slide

Persoonsvorm in de zin
Cursus 5 Grammatica
$2 Persoonsvorm


Slide 15 - Slide

Persoonsvorm in de zin
Bekijk de volgende zin:
– Chantal en Kirsten voetballen in hetzelfde team.

In elke zin staan één of meer werkwoorden. Een van die werkwoorden is de persoonsvorm (pv).

Slide 16 - Slide

Zo vind je de persoonsvorm
Er zijn twee manieren om te bepalen welk werkwoord de persoonsvorm is.
– Chantal en Kirsten willen in hetzelfde team voetballen.
Manier 1 – de vraagproef: Maak van de zin een vraag met precies dezelfde woorden.
Willen Chantal en Kirsten in hetzelfde team voetballen?
Het werkwoord dat vooraan komt te staan, is de persoonsvorm.

Slide 17 - Slide

Zo vind je de persoonsvorm
Willen Chantal en Kirsten in hetzelfde team voetballen?
Het werkwoord dat vooraan komt te staan, is de persoonsvorm.

Manier 2 – de tijdproef: Zet de zin in een andere tijd: maak van de tegenwoordige tijd de verleden tijd of andersom. 

Slide 18 - Slide

Zo vind je de persoonsvorm
Chantal en Kirsten wilden in hetzelfde team voetballen.

Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.

Slide 19 - Slide

Zelfstandig werken
Je maakt je oefenopdracht zakelijke e-mail af.

Je werkt in cursus 5 Grammatica
$2 Persoonsvorm, blz. 200
Je maakt opdracht 1 t/m 4
timer
1:00

Slide 20 - Slide

Toets zakelijke e-mail
Maandag 5 februari 2024: toets zakelijke e-mail schrijven

Slide 21 - Slide