Veehouderij

1 / 16
next
Slide 1: Slide
veehouderijMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Vandaag!

Quiz!

Opdracht : werken in de veehouderij

Opdracht: melkveehouderij


Slide 3 - Slide


A
Limousin
B
Fleckvieh
C
Aberdeen Angus
D
Fries Hollands

Slide 4 - Quiz


A
Fleckvieh
B
Dexter
C
Hardenbergs roodbont
D
MRIJ

Slide 5 - Quiz


A
Schotse Hooglander
B
Domme koe
C
Aberdeen Angus
D
Pimonthese

Slide 6 - Quiz


A
Limousin
B
Pimonthese
C
Charolais
D
Blaarkop

Slide 7 - Quiz

Hoeveel weegt een pasgeboren kalf?
A
15 kg
B
40 kg
C
60 kg
D
40.000 gram

Slide 8 - Quiz

Waar staat de afkorting NUKA voor?
A
Nu kalveren!
B
Nu koe afkalven
C
Nu Klaar Alweer
D
Nuchter Kalf

Slide 9 - Quiz

Hoe zwaar is een gemiddelde melkkoe?
A
300 kg
B
150 kg
C
600 kg
D
1050 kg

Slide 10 - Quiz

Waar staat de afkorting d.s. voor?
A
dreuge stof
B
dalende stof
C
dikke stof
D
droge stof

Slide 11 - Quiz

Wat betekent de afkorting BSK?
A
Bedrijfs Standaard Koe
B
Bedrijfs Standaard Kalf
C
Besloten Standaard Koe
D
Besloten Standaard Kalf

Slide 12 - Quiz

Wat betekent de afkorting LW?
A
Lactatiewissel
B
Lekwaarde
C
Lekwissel
D
Lactatiewaarde

Slide 13 - Quiz

Met welk kengetal kun je koeien van verschillende bedrijven met elkaar vergelijken?
A
LW
B
BSK
C
Koe-eenheid
D
DS

Slide 14 - Quiz

Wat betekent de afkorting TKT?
A
Totale Koe Tijd
B
Tussenkalftijd
C
Tussenkoetijd
D
Tussenkoffietijd

Slide 15 - Quiz

Opdrachten maken

Onderstaande opdrachten zijn te vinden in de eenheid:

Orientatie op de sector


Werken in de veehouderij

Opdracht melkveehouderij

Slide 16 - Slide