Tekstverbanden en signaalwoorden Les 1 M2b/M3a

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Nieuw Nederlands 2 HAVO/VWO

Hoofdstuk 3, lezen (blz. 91/92/93)

PPT op grijze stick

Doel van de les:

Na de les:

 

- kun je signaalwoorden in een tekst herkennen

- kun je opsommende, toelichtende, chronologische en

   tegenstellende verbanden in een tekst herkennen

Tussen alinea 1 en 2 bestaat een chronologisch verband.
Aan welke signaalwoorden zie je dat?

Welk signaalwoord voor een tegenstelling staat er in alinea 2?

Om welke tegenstelling gaat het hier?

Kevin heeft nog geen ambities om een echte grote dj te worden met optredens in Amerika. (al.3) Welke twee redenen heeft hij daarvoor?

Aan welk signaalwoord herken je de tweede reden?

Welk signaalwoord voor een tegenstelling zie je in alinea 4?

Om welke tegenstelling gaat het hier?

In alinea 4 staat een toelichtend verband.
Aan welk signaalwoord zie je dat?

Citeer de zin die in alinea 4 wordt toegelicht.

Welke (3) signaalwoorden voor een opsomming staan er in alinea 5?

Wat is het verband tussen de eerste tip van Kevin en de drie zinnen erna?