Examentraining CE 2FLuisteren: instruerende teksten - kassatraining

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Centraal examen Lezen & Luisteren 2F

Wat gaan we vandaag doen?

• Nieuwe theorie: 2.1 Instructieve teksten lezen 2F.
• Klassikaal oefenen: luisteren naar een instructieve tekst. Je krijgt 2 fragmenten te zien. Na elk fragment volgt een aantal vragen.
• Je krijgt de vragen vooraf.

apps.noordhoff.nl

1. De presentatrice introduceert het onderwerp van dit filmpje. Hoe doet ze dat?

1. Ze vertelt welke vraag in het filmpje beantwoord gaat worden.
2. Ze noemt de verschillende deelonderwerpen die aan de orde komen.
3. Ze geeft vooraf een korte samenvatting van het filmpje.

2. Een aantal mensen reageert op de stelling: Zonder instructies kun je een kassa goed bedienen. Ze zijn het niet allemaal met elkaar eens.
Schrijf op wat jij zou zeggen.

3. De presentatrice gaat zelf proberen of ze een kassa kan bedienen. Krijgt ze vooraf instructie van de medewerkster van de winkel?

1. Ja
2. Nee

4. Het kassawerk blijkt niet alleen te bestaan uit het scannen en afrekenen.
Noem een probleem waar de presentatrice hulp van de medewerkster bij nodig heeft.

5. Er komt een klant met een artikel waar geen prijskaartje aan zit. Wat moet de presentatrice dan als eerste doen?

6. Wat is de conclusie van de presentatrice nadat ze een aantal klanten heeft geholpen? Ze vindt het kassawerk …

1. Makkelijk
2. Moeilijk

apps.noordhoff.nl

7. Eric Jutten geeft niet zelf kassatraining. Hoe worden de medewerkers van deze winkel wel getraind?

8. Volgens Eric wordt het kassawerk onderschat. Hoeveel verschillende procedures moet je gemiddeld leren?

1. 50
2. 60
3. 70

9. Hoe reageert de presentatrice als ze hoort dat het zo veel procedures zijn?

1. Ze laat niet merken wat ze van het aantal vindt.
2. Ze is verbaasd dat er zoveel zijn.
3. Ze vindt dat aantal nogal meevallen

10 a. Wat hoort bij een praktijktraining en wat bij een online training?

Twee dagen .......

1. online
2. praktijk

10 b. Wat hoort bij een praktijktraining en wat bij een online training?

Drie uur ....

1. online
2. praktijk

10 c. Wat hoort bij een praktijktraining en wat bij een online training?

Individueel ......

1. online
2. praktijk

10 d. Wat hoort bij een praktijktraining en wat bij een online training?

Onder begeleiding ........

1. online
2. praktijk

10 e. Wat hoort bij een praktijktraining en wat bij een online training?

Training van procedures ......

1. online
2. praktijk

10 f. Wat hoort bij een praktijktraining en wat bij een online training?

Weinig inwerkkosten ......

1. online
2. praktijk

11. De presentatrice krijgt een demonstratie van de werking van de kassatrainer.
Welk ‘kassaprobleem’ moet ze oplossen?

12. De presentatrice gaat opnieuw kassawerk doen.

Wat blijkt uit de manier waarop ze dat doet?

1. Ze heeft de hele kassatraining online gevolgd.
2. Ze heeft alleen de demonstratie van het voorbeeld gezien.

13. Aan het eind zie je opnieuw de stelling uit het begin in beeld: Zonder instructies kun je een kassa goed bedienen.
Er komt het woord ‘fabel’ bij te staan.

Wat wordt hiermee bedoeld?

1. Het is waar
2. Het is niet waar

Aan de slag! Nu Nl 1F/2F

Daarna: Examensprint!