What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
NUN 1F-2F Luisteren 2.2, 4 Instructieve teksten
les-informatie
lesdoel uitleggen /
oefenen
/ toetsen
past bij
Nu Nederlands 1F-2F
boek
A
/ B
auteur MB
datum april 2022
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
Nederlands voor anderstaligen
MBO
Studiejaar 1,2
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
les-informatie
lesdoel uitleggen /
oefenen
/ toetsen
past bij
Nu Nederlands 1F-2F
boek
A
/ B
auteur MB
datum april 2022
Slide 1 - Slide
Luisteren H.2
Verschillende tekstsoorten
2.1 Informatieve teksten
2.2
Instructieve teksten
2.3 Meningen en argumenten herkennen
Slide 2 - Slide
H.2.2
Instructieve teksten
bijvoeglijk naamwoord - instructief, instructieve
zelfstandig naamwoord - de instructie
werkwoord - instrueren
De chef
instrueert
met een
instructieve
demonstratie wat de werknemers moeten doen. Deze
instructie
staat ook op een filmpje.
Slide 3 - Slide
het kassawerk; de caissière
Wie van jullie werkt achter de kassa?
Slide 4 - Slide
p.134, opdracht 4 nummer 1- 3
Lees nummer 1 tot en met 3.
Bekijk het filmfragment.
Maak nummer 1-3.
Slide 5 - Slide
p.134, opdracht 4 nummer 1
De presentatrice introduceert het onderwerp.
timer
0:30
A
vooraf een korte samenvatting
B
verschillende deelonderwerpen
C
welke vraag beantwoord gaat worden
Slide 6 - Quiz
p.134, opdracht 4 nummer 2 - 3
2. individueel antwoord
bijvoorbeeld
Je hebt eerst instructie nodig voor je goed met een kassa kunt werken.
Iedereen kan met een kassa werken, daar het je geen instructie voor nodig.
3. Nee, ze krijgt vooraf
geen
instructie van de medewerkster van de winkel.
Slide 7 - Slide
p.134, opdracht 4 nummer 4 - 6
Lees nummer 4 tot en met 6.
Bekijk het filmpje nog een keer.
Maak nummer 4-6.
Slide 8 - Slide
p.134, opdracht 4 nummer 4
Problemen waar de presentatrice hulp bij nodig heeft:
- pinnen
- cadeaubon
- geen prijskaartje
Slide 9 - Slide
p.134, opdracht 4 nummer 5 en 6
5. Geen prijskaartje?
Ze moet op een bel drukken om een collega te laten komen.
6. Ze vindt het kassawerk
moeilijk
.
Slide 10 - Slide
p.134, opdracht 4 nummer ??????
Je gaat straks het tweede fragment bekijken.
Maar eerst ga je bepalen welke vragen je na de eerste keer kunt beantwoorden.
Lees vraag 7 tot en met 10.
Welke vragen kun je na één keer kijken proberen te beantwoorden?
Slide 11 - Slide
p.134, opdracht 4 nummer 7-9
7 Wat zijn de belangrijkste woorden van deze vraag?
Onderstreep die.
8 Wat zijn de belangrijkste woorden van deze vraag?
Onderstreep die.
9 Wat zijn de belangrijkste woorden in de antwoorden?
Onderstreep die.
Slide 12 - Slide
p.134, opdracht 4 nummer 7-9
De belangrijkste woorden:
7 Hoe getraind
8 Hoeveel procedures
9 A verbaasd
B laat niet merken
C nogal meevallen
Slide 13 - Slide
p.134, opdracht 4 nummer 7-9
7. Hoe getraind?
De medewerkers worden getraind met een online game / kassatrainer.
8. Hoeveel procedures?
70 procedures
Slide 14 - Slide
p.134, opdracht 4 nummer 9
timer
0:30
A
verbaasd
B
laat niet merken
C
nogal meevallen
Slide 15 - Quiz
p.134, opdracht 4 nummer 10
Lees de tabel.
Bekijk de video nog een keer.
Vul de tabel in.
Slide 16 - Slide
p.134, opdracht 4 nummer 10
praktijk
online
A twee dagen
x
B drie uur
x
C individueel
x
D onder begeleiding
x
E training van alle procedures
x
F weinig inwerkkosten
x
Slide 17 - Slide
p.135, opdracht 4 nummer ???
Lees vraag 11 tot en met 14.
Voor welke vragen moet je het filmpje nog een keer bekijken?
Slide 18 - Slide
p.135, opdracht 4 nummer 11 -13
vraag 11, 12 en 13
Onderstreep de belangrijkste woorden.
Slide 19 - Slide
p.135, opdracht 4 nummer 11- 13
Deze woorden zijn het belangrijkste.
11 kassaprobleem
12 a. alleen voorbeeld
b. hele kassatraining
13 fabel bedoeld?
Slide 20 - Slide
p.135, opdracht 4 nummer 11 -13
Bekijk het fragment nog een keer.
Maak vraag 11 -13.
Slide 21 - Slide
p.135, opdracht 4 nummer 11
Ze moet het kassaprobleem
betalen met een cadeaubon
oplossen.
Slide 22 - Slide
p.135, opdracht 4 nummer 12
timer
0:30
A
alleen de demonstratie van het voorbeeld
B
hele kassatraining online gevolgd
Slide 23 - Quiz
p.135, opdracht 4 nummer 13
Met 'fabel' wordt bedoeld:
timer
0:30
A
Het is waar.
B
Het is niet waar.
Slide 24 - Quiz
p.135, opdracht 4 nummer 14
vraag 2 luidt Wat is jouw antwoord op de stelling?
Zonder instructies kun je een kassa goed bedienen.
vraag 14
Is jouw antwoord na het kijken van de filmpjes nog hetzelfde?
Slide 25 - Slide
More lessons like this
NUN 1F-2F Luisteren 2.2, 3 Instructieve teksten
April 2022
- Lesson with
12 slides
Nederlands voor anderstaligen
MBO
Studiejaar 1
Les 36: weerkaarten en wolkenfoto's
January 2023
- Lesson with
12 slides
WO
Lager onderwijs
NUN 1F-2F Luisteren 2.2, 2 Instructieve teksten
April 2022
- Lesson with
13 slides
Nederlands voor anderstaligen
MBO
Studiejaar 1
NUN 1F-2F Luisteren 2.4 Examenopdrachten, opdracht 1
October 2022
- Lesson with
13 slides
Nederlands voor anderstaligen
MBO
Studiejaar 2
V1 Leesvaardigheid 33
May 2023
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
NUN 1F-2F Lezen H. 3.2 Instructieve teksten p.69-74
February 2023
- Lesson with
36 slides
Nederlands voor anderstaligen
MBO
Studiejaar 1
4.V | Toetsbespreking H3 & Eenheden
January 2024
- Lesson with
12 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
28-01 : Chapter 3 : A-B
January 2022
- Lesson with
10 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1