This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Oefentoets hfst 5 Gedrag
Wat weet jij al?
Slide 1 - Slide
Een blauwe reiger staat op zijn lange poten aan de rand van een sloot langdurig onbeweeglijk naar het water te kijken. Plotseling flitst zijn kop in de richting van een rimpeling in het water. De kop komt weer uit het water tevoorschijn, waarna de reiger een kikker naar binnen schrokt.
Is de rimpeling in het water een prikkel of respons?
A
prikkel
B
respons
Slide 2 - Quiz
Bij ... is sprake van het gedrag dat van soortgenoten wordt gekopieerd.
A
Inzicht
B
Overspronggedrag
C
Imiteren
D
Aangeboren
Slide 3 - Quiz
Politiepaarden worden getraind met vuur en harde knallen. Hierdoor schrikken ze niet meer. Hoe noemen we dit?
A
Conditionering
B
Imitatie
C
Gewenning
D
Inprenting
Slide 4 - Quiz
Een hongerige kikker eet een wesp op en wordt gestoken. Voortaan laat hij alle geel-zwarte insecten met rust.
A
Gewenning
B
Inprenting
C
Trial and error
D
Conditionering
Slide 5 - Quiz
Dit is een voorbeeld van...
A
inprenting
B
gewenning
C
conditionering
D
inzichtelijk leren
Slide 6 - Quiz
De witte meeuw is de moeder en de bruine meeuw het jong. Wat zie je op de afbeelding gebeuren?
A
Het jong reageert op een sleutelprikkel
B
Het oudere dier geeft een respons
C
Het jong reageert op een gewone prikkel
D
Het oudere dier reageert op een sleutelprikkel
Slide 7 - Quiz
Na het horen van een knal gooit je kamergenoot steeds een prop tegen je hoofd. Na een tijd duik je vanzelf weg bij het horen van de knal. Welk leerproces is dit?
A
Trial and error
B
Conditionering
C
Gewenning
D
Inzicht
Slide 8 - Quiz
Hoe heet het als een dier leert door een ander dier te observeren?
A
Imitatie leren
B
Trial and error
C
Inprenting
D
Conditionering
Slide 9 - Quiz
Naar aanleiding van de gegevens in het diagram worden twee uitspraken gedaan. Wat is juist? A Tijdens het onderzoek had het konijn meer perioden van activiteit dan de eekhoorn. B Tussen 16 uur en 20 uur nam het konijn langere tijd rust dan de eekhoorn.
A
A is juist
B
B is juist
C
A en B zijn allebei juist
D
A en B zijn allebei onjuist
Slide 10 - Quiz
Overspronggedrag is:
A
over iemand springen
B
ineens ander gedrag vertonen
C
sprongetje maken
D
aanvallen
Slide 11 - Quiz
Als een prikkel steeds dezelfde reactie (respons) geeft noem je dit:
A
een sleutelprikkel
B
een uitwendige prikkel
C
een inwendige prikkel
D
een respons
Slide 12 - Quiz
Een vaste, snelle onbewuste reactie op een bepaalde prikkel noem je een..
A
impuls
B
respons
C
reflex
D
bewuste reactie
Slide 13 - Quiz
Bij welk leerproces leer je mens of dier niet te reageren op een bepaalde prikkel?
A
Gewenning
B
Inprenting
C
Trial and error
D
Conditionering
Slide 14 - Quiz
Je ringtone is een toeter van een auto. Als een echte auto toetert heb je de neiging om je telefoon te pakken.
A
Inprenting
B
Conditionering
C
Imitatie
D
Gewenning
Slide 15 - Quiz
Dit is een voorbeeld van
A
dreiggedrag
B
overspronggedrag
C
baltsgedrag
D
sociaal gedrag
Slide 16 - Quiz
Een koekoek legt haar eieren in een nest van een andere soort. Dit is de zelfde soort als waarin ze zelf zijn grootgebracht.
A
Gewenning
B
Inprenting
C
Conditionering
D
Imitatie
Slide 17 - Quiz
Je ringtone is een toeter van een auto. Als een echte auto toetert heb je de neiging om je telefoon te pakken.
A
Inprenting
B
Conditionering
C
Imitatie
D
Gewenning
Slide 18 - Quiz
Twee katers die hevig naar elkaar dreigen, gaan plotseling beide hun vacht schoonlikken. Hoe heet het gedrag dat de katten dan vertonen?
A
imponeergedrag
B
overspronggedrag
C
verzoeningsgedrag
D
sociaal gedrag
Slide 19 - Quiz
Mannetjeshonden plassen veel vaker dan vrouwtjeshonden. Bij welk type gedrag hoort dit gedrag van de hond?
A
Imponeergedrag
B
Baltsgedrag
C
Overspronggedrag
D
Territoriumgedrag
Slide 20 - Quiz
Een pad die een vijand ziet, maakt zich dik en gaat omhoog op de poten staan. Hoe noemen we dit gedrag?
A
baltsgedrag
B
imponeergedrag
C
overspronggedrag
D
territoriumgedrag
Slide 21 - Quiz
Een blauwe reiger staat op zijn lange poten aan de rand van een sloot langdurig onbeweeglijk naar het water te kijken. Plotseling flitst zijn kop in de richting van een rimpeling in het water. De kop komt weer uit het water tevoorschijn, waarna de reiger een kikker naar binnen schrokt.
Is het met zijn kop naar de rimpeling in het water flitsen en de kikker ophappen een prikkel of respons?
A
prikkel
B
respons
Slide 22 - Quiz
In een dierentuin leven vijf witte neushoorns samen in een groep, één mannetje en vier vrouwtjes. Een onderzoeker noteert regelmatig hoe vaak de dieren dreiggedrag vertonen tegen elkaar, zoals brullen, duwen en stoten met de hoorn. Uit de resultaten trekt hij conclusies over een rangorde binnen de groep. In een schema geeft hij die rangorde weer (zie de afbeelding). Geef de naam van de neushoorn die het laagst in de rangorde staat
A
Rita
B
Klara
C
Dora
D
Arnold
Slide 23 - Quiz
Een kat die wordt aangevallen, zet zijn haren overeind. Wat voor gedrag vertoont de kat?
A
Baltsgedrag.
B
Imponeergedrag.
C
Onderdanigheidsgedrag.
D
Overspronggedrag.
Slide 24 - Quiz
Wat is gedrag?
A
het maken van alle bewegingen van een mens of een dier.
B
alles wat een dier of mens doet, dus ook zweten en huilen.
C
alles wat een dier doet om zijn baasje het naar zijn zin te maken.
D
een respons
Slide 25 - Quiz
In een dierentuin beginnen wolven vaak te janken als zij het geluid van een sirene horen. De oppassers zijn aan dit jankgedrag van de wolven gewend. Argeloze bezoekers schrikken er soms van. Wordt in de tekst een respons van de wolven genoemd?
A
ja, de sirene
B
ja, het janken
C
nee
Slide 26 - Quiz
In een groep kippen is een bepaalde rangorde. Deze rangorde, de zogenaamde pikorde, bepalen de kippen door elkaar te pikken. De meest gepikte kip staat onderaan in de pikorde. Aan de hand van een ethogram wordt van vijf kippen de pikorde bepaald. Het resultaat is hieronder weergegeven. Een pijl wijst naar de kip die door een ander wordt gepikt. Bepaal met behulp van de afbeelding de pikorde van de kippen. Welke kip staat bovenaan in de pikorde?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 27 - Quiz
Sleutelprikkel / supranormale prikkel
Sleep de stukjes tekst naar de juiste plek
sleutelprikkel
supranormale prikkel
De benen van een fotomodel worden met fotoshop verlengd
je reageert op het huilen van een baby
een merel voert het jong zodra het jong zijn bekje opendoet
het supergrote ei in het nest wordt beter bebroed
Babydieren zijn zooooo schattig
Slide 28 - Drag question
Mannetjespanda’s gaan soms op hun voorpoten staan om te plassen, zodat de urine met geurstoffen op een hoge plek terechtkomt. Ze brengen zo een geurvlag aan. Hoe wordt een gebied genoemd dat met zulke geurvlaggen wordt aangegeven?
Slide 29 - Open question
Hoe heet het voortplantingsgedrag van vogels en vissen