Compositie - Matisse

Schilderen met 
een schaar
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with text slides.

Items in this lesson

Schilderen met 
een schaar

Slide 1 - Slide

Je leert:
  • - Wie Matisse is
  • - Beeldaspect vorm
  • - Beeldaspect compositie
  • - Beeldaspect kleur
  • - De thema's VORM en KLEUR toepassen in je werk en combineren met COMPOSITIE. 

Slide 2 - Slide

Wie is Matisse?

Henri Matisse hield van kleur. Het maakte hem niet uit 
of stenen blauw waren, hij koos gewoon voor de kleuren die hij mooi vond. Sommige mensen vonden zijn kunst vreselijk lelijk. Een groen gezicht en een gele neus, dat doe je toch niet? In een krantenartikel noemden ze Matisse 'fauve', dat betekent: wild! Zo ontstond het woord Fauvisme voor deze kunststroming: kunst met gedurfde kleuren.
Matisse werd ziek en moest geopereerd worden. Daarna zat hij de rest van zijn leven in een rolstoel. Schilderen kon hij niet meer, maar hij kon nog wel 'schilderen met een schaar'.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Opdracht 1:
Maak een poster over Matisse in tweetallen.
  • Foto van de kunstenaar.
  • Informatie over de kunstenaar.
  • Foto van minimaal 3 verschillende kunstwerken. Noteer ook de gegevens van het kunstwerk zoals titel, jaartal etc.
  • Zoek informatie over een van de kunstwerken.
  • Zoek informatie over het Fauvisme.
  • Noteer je naam en klas op de poster.

Slide 5 - Slide

Compositie
  • De manier hoe een werk is opgebouwd. 
  • Nadenken waar je de verschillende elementen in een werk plaatst.

Slide 6 - Slide

Compositiegrondvormen
De soort compositie
Er zijn veel verschillende composities, wij behandelen er 4.
  • Diagonale compositie
  • Centraal compositie
  • A- Symmetrische compositie
  • Overall compositie

Slide 7 - Slide

Diagonale compositie
  • Schuine kijkrichting bijv. van linksonder naar rechtsboven.
  • Elementen zijn op een schuine lijn geplaatst.
  • Dynamisch

Slide 8 - Slide

Centrale compositie
  • Het belangrijkste staat in het midden.
  • Je aandacht wordt naar het midden getrokken.

Slide 9 - Slide

A- Symmetrische compositie 

  • Het midden van het beeld kan op geen enkele manier in twee helften worden gedeeld.
  • Niet spiegelbeeldig.
  • Dynamisch.

Slide 10 - Slide

Overall compositie
  • De aandacht is nergens op gericht, alles is even belangrijk.
  • Elementen staan verspreid over het hele vlak.

Slide 11 - Slide

Hij gebruikte organische en geometrische vormen naast elkaar.

Slide 12 - Slide

organische vormen.
Geometrische vormen

Slide 13 - Slide

Warme en koude kleuren

Slide 14 - Slide

Felle kleur vlakken zette hij naast elkaar en over elkaar heen.

Slide 15 - Slide

Zijn knip en plakwerken waren gestileerd.
De vormen waren sterk vereenvoudigd. Met een beetje fantasie kan je nog wel zien wat het voorstelt.

Slide 16 - Slide

silhouet

Slide 17 - Slide

gestileerd/ figuratief
realistisch/ figuratief
abstract
gestileerd/ figuratief

Slide 18 - Slide

Opdracht 2 
maak je eigen Matisse

Slide 19 - Slide

Wat heb je nodig?
  • 1. gekleurd (geschilderd) papier.
  • 2. schaar
  • 3. lijm 
  • 4. potlood
  • 5. A4 papier (gekleurd of wit)

Slide 20 - Slide

Stap 2
Gooi met een dobbelsteen. Teken de vorm die bij het gegooide nummer hoort op een gekleurd papier. Herhaal dit nog 4x en gebruik telkens een andere kleur papier of papiersoort. Als je 5 organische vormen hebt, knip ze uit. Plak je vormen nog niet op.  Ga door naar stap 3.
Gooi een Matisse

Slide 21 - Slide

Stap 3
Zoek een afbeelding uit van een figuur. Denk aan een sporter, het thema circus, een muzikant of een ander thema dat bij jou past.   
- Trek de contourlijnen (buitenste lijnen) van afbeelding over op een gekleurd papier. Knip uit.               je hebt nu een silhouet.

Silhouet = Alleen de omtrekvorm. De vorm is vereenvoudigd maar nog wel herkenbaar. Er zijn geen details zichtbaar.

Slide 22 - Slide

Stap 4
  • 1. Neem een A4 in de kleur die je gekozen hebt, en leg die op je tafel.
  • 2. Leg de uitgeknipte vormen op je ondergrond. 
  • 3. Knip nu nog een aantal geometrische vlakken uit. Denk goed na over de kleurencombinatie. Gebruik je warme kleuren in de voorgrond en koude in de achtergrond? Bespreek dit met je docent.
  • 4. Schuif met de onderdelen tot je compositie klopt. 
  • 5. Plak nu alle onderdelen op en vul je feedback formulier in. 

Slide 23 - Slide

Eisen: je hebt gelet op
  • 1. organische en geometrische vormen
  • 2.  vorm en rest vorm
  • 3. warme en koude kleuren
  • 4. compositie
  • 5. silhouet
  • 6. netjes gewerkt

Slide 24 - Slide