Maandag 8 mei bron D

Bonjour tout le monde!
  • Jassen uit 
  • mobieltjes in je tas!!!
  • Werkboek B op tafel.
  • Pen en papier + nieuwe map
  • Als de timer is afgelopen begint de les.
timer
3:00
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bonjour tout le monde!
  • Jassen uit 
  • mobieltjes in je tas!!!
  • Werkboek B op tafel.
  • Pen en papier + nieuwe map
  • Als de timer is afgelopen begint de les.
timer
3:00

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Leerdoel 1
a: Je weet wat een ontkenning is.
b: Je weet hoe een ontkenning opgebouwd is in het Frans.
c: Je weet hoe je de ontkenning moet plaatsen in de zin.

Slide 3 - Slide

On y va!

Slide 5 - Slide

a: la négation
Wat is dat nou eigenlijk, een ontkenning?
Hoe maak ik een zin ontkennend?

Slide 6 - Slide

+

Ik eet vlees.
ik houd van groente.
ik heb iets gegeten in de stad.
ik ga naar de bioscoop.
Ik werk bij AH.
Ik werk bij AH.

-

ik eet geen vlees.
ik houd niet van groente.
ik heb niets gegeten in de stad.
ik ga nooit naar de bioscoop.
Ik werk niet meer bij AH.
Ik werk nog niet bij AH.

Slide 7 - Slide

b: ne .... pas 
In het Frans bestaat een ontkenning altijd uit 2 delen.

Je fais mes devoirs de français.
Je ne fais pas mes devoirs de français.


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

ne + persoonsvorm + pas
de ontkenning OMARMT de persoonsvorm.
Je mange des bonbons.
Je ne mange pas de bonbons.
Je suis allé au cinéma.
Je ne suis pas allé au cinéma.'

Slide 10 - Slide

Stappenplan
1. zoek de persoonsvorm van de zin.
2. begint je persoonsvorm met een klinker of een h? 
Ja => plaats n' vóór de persoonsvorm
nee => plaats ne vóór de persoonsvorm
3. plaats de rest van de ontkenning áchter de persoonsvorm.

Slide 11 - Slide

Leerdoel 1
a: Je weet wat een ontkenning is.
b: Je weet hoe een ontkenning opgebouwd is in het Frans.
c: Je weet hoe je de ontkenning moet plaatsen in de zin.

Slide 12 - Slide

Fais l'exercice 16c p. 22

1. onderstreep de persoonsvorm.

2. maak de zinnen ontkennend en gebruik daarbij alleen de ontkenning ne ... pas (niet / geen).

Slide 13 - Slide

Leerdoel 2
je kent de ontkenningen ne ... pas/ ne ... jamais / ne ... plus / ne ... rien / ne ... pas encore

Slide 14 - Slide

NL

niet / geen
niets
nooit
niet meer
nog niet
F

ne ... pas
ne ... rien
ne ... jamais
ne ... plus
ne ... pas encore

Slide 15 - Slide

Devoirs
à faire: ex. 17 a,b,c,d
à apprendre: Bron A leren (N-F / F-N)

Zie de SAMENVATTING in TEAMS voor Quizlet + filmpjes

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide