30 sept A3C - who/whose/whom

WELCOME
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

WELCOME

Slide 1 - Slide

Today's lesson
  • Welcome
  • Silent reading
  • Repeat comparisons + discuss ex 5
  • Grammar: relative pronouns
  • U1L5
  • The end 

Slide 2 - Slide

Silent reading
10 min

Slide 3 - Slide

Check homework
Vocabulary U1L4

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Ex. 5 on p. 33

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

who
verwijzen naar persoon
I'm the person who wrote that song
which
verwijzen naar dieren of dingen 
This song, which I have written, is for you.

Slide 9 - Slide

That
Soms kun je who of which vervangen door that. Dat kan als:
  • er staat geen komma voor de bijzin
  • de betekenis van de (bij)zin verandert niet

This is the cat which I got for my birthday
This is the cat that I got for my birthday

Slide 10 - Slide

Who/which/that weglaten
Je mag who/which/that weglaten als:
  • een ander woord het onderwerp is v.d. bijzin
  • je de bijzin nodig hebt i.v.m. de betekenis (die verandert anders). Er mag dus géén komma staan!

This is the cat that I got for my birthday
This is the cat I got for my birthday ('I' is onderwerp)
My mom, who has been a singer for years, loves to sing ballads.

Slide 11 - Slide

whose
terugverwijzen naar personen/dieren/dingen, om aan te geven dat iets van iemand is of bij iemand hoort
He's the man whose guitar was stolen
whom
terugverwijzen naar mensen, direct na voorzetsel
The woman to whom John is talking is his sister

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

U1L5
Do ex 3+4 (+check 6) on p. 32

Done? Do ex 8 on p. 34

Slide 14 - Slide

Homework
Monday:
  • study vocabulary U1L5 on p. 49 

Slide 15 - Slide

End of the lesson

Slide 16 - Slide