klas2-wk3-thuiswerkles_herhaling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welkom in de thuiswerkles
van vrijdag 3 april

Wat ga je doen?

- korte herhaling van de theorie

- toetsdatum in je agenda/planner zetten

- verder werken aan je artikel over De jongen die met dieren
   praatte.

Herhaling zinsontleden

Wat moet je nu kunnen?

Je kunt werkwoorden herkennen (dat is het begin van alles)

Je weet kunt de ontleedstappen zetten in de vaste volgorde:

gezegde + pv -> onderwerp -> lijd.vw -> meew.vw -> bijw.bep

Oefenenzin 1

Voor het vrijlaten van de schildpad heeft de vader van David de baas van het hotel veel geld geboden.

gezegde?

Voor het vrijlaten van de schildpad heeft de vader van David de baas van het hotel veel geld geboden.

onderwerp?

Voor het vrijlaten van de schildpad heeft de vader van David veel geld aan de baas van het hotel geboden.

lijdend voorwerp?

Voor het vrijlaten van de schildpad heeft de vader van David de baas van het hotel veel geld geboden.

meewerkend voorwerp?

Voor het vrijlaten van de schildpad heeft de vader van David de baas van het hotel veel geld geboden.

bijwoordelijke bepaling?

Voor het vrijlaten van de schildpad heeft de vader van David de baas van het hotel veel geld geboden.

bijvoeglijke bepalingen?

Oefenzin 2

als een zinsdeel er niet is, dan zet je een x (kruisje)

Een groot aantal gepensioneerde verplegers heeft deze week hun oude collega's geholpen.

gezegde?

Een groot aantal gepensioneerde verplegers heeft deze week hun oude collega's geholpen.

onderwerp?

Een groot aantal gepensioneerde verplegers heeft deze week hun oude collega's geholpen.

lijdend vw?

Een groot aantal gepensioneerde verplegers heeft deze week hun oude collega's geholpen.

meew.vw?

Een groot aantal gepensioneerde verplegers heeft deze week hun oude collega's geholpen.

bijwoordelijke bep?

Een groot aantal gepensioneerde verplegers heeft deze week hun oude collega's geholpen.

bijvoeglijke bep?

Woordsoorten

Welke woordsoorten moet je nu kennen?

zelfstandig werkwoord

hulpwerkwoord

lidwoord

zelfstandig nw

bijvoeglijk nw

voorzetsel

persoonlijk vnw

aanwijzend vnw

vragend vnw

telwoord

onbep.vnw

bijwoord

Oefening

sleepvraag
(niet alle woordsoorten staan erin)

hulp ww

persoonlijk vnw

onbep.vnw

bijv.nw

aanw.vnw

vragend vnw

telwoord

bijwoord

één woord. vaak tijd, plaats, reden

hoeveelheid of reeks/ rangorde

in plaats van een naam. Is ond-lv of mv. ik-jij-u-hen-etc

bij meer ww'en in het gezegde  is dit de pv

die - dit 

deze - dat

Wie - wat - welke - wat voor  - wat voor een

'vaag'vnw.'

men, iets, elk, menig, iemand, niemand, iedereen

zegt iets meer over een zelfst. nw

oefening

Sommige mensen houden geen anderhalve meter afstand.


Sommige =

1. telwoord
2. bijvoeglijk nw
3. onbep.vnw
4. bijwoord

Sommige mensen houden geen anderhalve meter afstand.


Sommige =

1. telwoord
2. bijvoeglijk nw
3. onbep.vnw
4. bijwoord

Sommige mensen houden geen anderhalve meter afstand.


afstand =

1. telwoord
2. zelfst.nw
3. zelfst.ww
4. bijwoord

Waarom hebben zij niet aan de mogelijke gevolgen voor mijn grootouders gedacht?

Waarom =

1. bijwoord
2. onbep.vnw
3. bez.vnw
4. vragend vnw

Waarom hebben zij niet aan de mogelijke gevolgen voor mijn grootouders gedacht?

hebben =

1. hww
2. zww

Waarom hebben zij niet aan de mogelijke gevolgen voor mijn grootouders gedacht?

Zij =

1. pers.vnw
2. onbep.vnw
3. bez.vnw
4. zelfst.nw

Waarom hebben zij niet aan de mogelijke gevolgen voor mijn grootouders gedacht?

mogelijke =

1. bijwoord
2. onbep.vnw
3. telwoord
4. bijv.nw

Waarom hebben zij niet aan de mogelijke gevolgen voor mijn grootouders gedacht?

mijn =

1. pers.vnw
2. onbep.vnw
3. bez.vnw
4. bijv.nw

Zet in je agenda:
15 april PW Grammatica en spelling
H5 + H 6

Weet je nu wat je nog moet oefenen?

Ga op zoek naar de uitleg in je boek of op internet

EINDE