Personen beschreiben

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

START! KLIK HIER!

Hoe ga je te werk?

• Klik steeds naar rechts om verder te gaan
• Lees alles goed door en beantwoord de vragen. 
• Alles wat je doet wordt automatisch opgeslagen
• Alles ingevuld? Klik rechts beneden op het kruisje!
• Viel Spaß!

Leerdoelen:

• Ik kan informatie uit een Duitse tekst halen.
• Ik ken de kleuren in het Duits.
• Ik ken kledingstukken in het Duits.
• Ik herken de juiste persoon aan de hand van een Duitse beschrijving
  

Lees de tekst op de volgende pagina nog eens en beantwoord de vragen.

Sleep de woorden rechts naar links.

Name

Haarfarbe

Augenfarbe

Alter

Geburtsort

T-Shirtfarbe

Karla

braun

blau

grün

18

Berlin

Noem 5 eigenschappen van Johannes (karakter, hobby's, kleding, uiterlijk)

Hoe heet het zusje?

Wanneer is de tweeling jarig?

Wat is haar lievelingskleur. Geef antwoord in het Nederlands.

Wat is zijn bijnaam?

Welke zin past het beste bij oma?

1. Ik kijk elke dag tv
2. Ik hou van sporten
3. Ik hou van breien
4. Ik hou van mijn man

Welke zin past het beste bij opa?

1. Ik drink graag wijn.
2. Ik hou van vet eten.
3. Ik hou van mijn vrouw.
4. Ik heet Marlene Mann

Personen beschrijven

Welke plaatje hoort bij de beschrijving?

Ich habe braune Haare, ein weißes T-Shirt, einen roten Rock, schwarze Schuhe und zwei Blumen. Wer bin ich?

1. 
2. 
3. 
4. 

Ich habe braune Haare, eine lila Brille, ein lila und weißes T-Shirt, eine braune Hose und blaue Schuhe. Wer bin ich?

1. 
2. 
3. 
4. 

Ich habe rote Haare, eine gelbe Blume, ein lila Kleid mit gelben Blumen und ich trage keine Schuhe. Wer bin ich?

1. 
2. 
3. 
4. 

Ich habe weiße Schuhe, eine blaue Hose, ein weißes Hemd und braune Haare. Wer bin ich?

1. 
2. 
3. 
4. 

Ich habe weiße Schuhe, eine blaue Hose, ein gelbes T-Shirt und schwarze Haare. Wer bin ich?

1. 
2. 
3. 
4. 

Ich habe rote Haare, eine rote Hose, ein blaues Hemd und weiße Schuhe. Wer bin ich?

1. 
2. 
3. 
4. 

Ich habe schwarze Schuhe, einen rosa Rock, ein weißes T-Shirt, braune Haare und ein Eis. Wer bin ich?

1. 
2. 
3. 
4. 

Ich habe weiße Schuhe, schwarze Haare, eine grüne Hose und ein weißes T-Shirt. Wer bin ich?

1. 
2. 
3. 
4. 

Ich habe rote Haare, schwarze Schuhe, eine gelbe Tasche, ein grünes T-Shirt und einen weißen Rock. Wer bin ich?

1. 
2. 
3. 
4.