Lesson 3

Exam prep
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Exam prep

Slide 1 - Slide

Centraal examen 

4 april 
8.30 - 10.45 uur (incl. tijdverlenging)
ID/paspoort mee

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Soorten examenvragen
- gatenzinnen
- hoofdgedachte

Slide 4 - Slide

gatenzinnen

Slide 5 - Slide

gatenzinnen 1
Om zo'n vraag te beantwoorden, kijk je naar de directe omgeving van de zin waarin je het woord moet invullen. Concentreer je op de alinea waarin die zin staat en zorg dat je de inhoud en boodschap van die alinea volledig begrijpt. Bepaal de woordsoort en de functie van het woord dat op de lege plek ingevuld moet worden. Verzin vervolgens eerst zelf een woord dat je passend lijkt op die plaats. Overweeg dan de antwoorden waar je uit kunt kiezen en probeer ze in te vullen in de zin. Zit er een woord bij dat lijkt op jouw antwoord? Bij welk antwoord klopt de inhoud van de zin in de context?

Slide 6 - Slide

gatenzinnen 2
Het antwoord op dit type examenvraag kun je vaak beredeneren aan de hand van de directe omgeving van de gatenzin. Toch kan het zijn dat de zin betrekking heeft op het grotere geheel of algemene thema van de tekst, of op iets wat eerder is gezegd. Ga dus, als je het goede antwoord niet kunt vinden, op zoek naar aanwijzingen buiten de alinea.

Slide 7 - Slide

gatenzinnen 3
TIP: Je vindt het goede antwoord bij deze vragen door de verschillende antwoorden in de zin uit te proberen. Probeer altijd alle antwoorden, ook als je het gevoel hebt dat een bepaald antwoord zeker goed is, of dat er bepaalde antwoorden zeker niet goed kunnen zijn. Deze controle minimaliseert de kans op fouten.

Slide 8 - Slide

hoofdgedachte

Slide 9 - Slide

hoofdgedachte 1
Een lees- of luistertekst gaat ergens over: ze hebben een onderwerp. Vaak kun je het belangrijkste wat er over dat onderwerp gezegd wordt, samenvatten in één zin. Zo'n zin noem je de hoofdgedachte. Het is de kortst mogelijke samenvatting van de tekst. Ook op het niveau van een alinea kun je vaak een hoofdgedachte vaststellen.

Slide 10 - Slide

hoofgedachte 2
Als je het tekstdoel kent, helpt dat om de hoofdgedachte te vinden.
• In een informatieve tekst, zoals een nieuwsbericht, een brochure of een handleiding, is de hoofdgedachte een feit: het belangrijkste nieuws of de belangrijkste informatie.

Slide 11 - Slide

hoofdgedachte 3
• In een betogende tekst, zoals een column of een ingezonden brief, is de hoofdgedachte de mening waarvan de auteur jou wil overtuigen.
• In een activerende tekst, zoals een advertentie of een advies- of reclamecampagne, bestaat de hoofdgedachte uit de dingen die de auteur je wil laten doen.

Slide 12 - Slide

hoofdgedachte 4 
TIP: Vaak wordt in de slotzin de hoofdgedachte nog eens herhaald.


Slide 13 - Slide

Examensprint 

Open de licentie via MBO webshop 

Noordhoff, NU Engels, Examensprint


Slide 14 - Slide

Terugblik
- hoe heb jij bij het oefen-examen gescoord?
- wat ga je extra oefenen?

Slide 15 - Slide

Gericht trainen B1
Ga naar het onderdeel waar jij extra mee wilt oefenen.

Kies teksten waarvan de titel jou aanspreekt.

Slide 16 - Slide