This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Diabetes
Diabetes
Slide 1 - Slide
Inhoud
Wat is diabetes mellitus
De alvleesklier
Glucose en insuline
Insuline toedienen
Diabetes type 1
Diabetes type 2
Normale bloedglucosewaarden
Symptomen van een te hoge of een te lage bloedglucosewaarden
Oorzaak
Metingen
Quiz
Slide 2 - Slide
Diabetes mellitus
Slide 3 - Mind map
Wat is diabetes mellitus?
Meest voorkomende chronische ziekten in Nederland
Aandoening waarbij het lichaam de glucose in het bloed niet meer in evenwicht kan houden
Slide 4 - Slide
In evenwicht
- Het lichaam kan de glucose (suiker) niet meer in evenwicht houden
- Daarom is er sprake van een verhoogd bloedglucose
- De alvleesklier produceert niet genoeg insuline
Slide 5 - Slide
Alvleesklier
Ook wel de pancreas genoemd (in het latijns)
Produceert hormonen, zoals insuline
Bij mensen met diabetes produccert de alvleesklier te weinig of helemaal geen insuline
Slide 6 - Slide
2 functies van de alvleesklier
Het produceren van alvleeskliersap (spijsvertering)
Het produceren van hormonen (suikerstofwisseling)
Insuline
Glucagon
Deze hormonen zorgen ervoor dat het bloedsuikergehalte in evenwicht blijft.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Insuline
- Insuline wordt altijd geïnjecteerd omdat het een eiwit is
- Onderhuidseweefsel
- Snelwerkende insuline
- Langwerkende insuline
Slide 9 - Slide
Insuline toedienen
Dit zijn de aanbevolen plaatsen om insuline toe te dienen:
- voor en zijkanten van de dijbenen
- buik (houdt minimaal twee vingers breedte afstand rondom navel)
- Soms buitenzijde van de bovenarmen
Slide 10 - Slide
Diabetes type 1
- Auto-imuunziekte
- Alvleesklier maakt geen insuline aan
- Het afweersysteem vernietigd de cellen die insuline aanmaken
- Lichaam kan glucose onvoldoende of niet verwerken
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Diabetes type 2
- Lichaam kan het glucosegehalte in het bloed niet goed regelen door te weinig insuline
- Lichaam reageert niet goed op insuline
- Bloedsuikerspiegel blijft te hoog
- Komt op alle leeftijden voor
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Normaal bloedglucosewaarden
Normaal: Glucose tussen 4 en 10 mmol
Glucose nuchter > 6,0 mmol/l
Glucose niet nuchter > 10mmol/l
Daarbuiten krijg men een hyper of een hypo
Slide 15 - Slide
Symptomen bij een te hoge of een te lage bloedsuikerwaarden
-
Slide 16 - Slide
Oorzaken
- Erfelijkheid (Aanleg)
- Leefgewoonten
Slechte voedingspatroon/ weinig beweging
- Leeftijd
- Stress
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Wat is diabetes mellitus?
A
Het lichaam kan de glucose in het bloed niet meer in evenwicht houden, waardoor er herhaaldelijk sprake is van een verlaagd bloedglucosegehalte in het bloed
B
Het lichaam kan de glucose in het bloed niet meer in evenwicht houden waardoor er herhaaldelijk sprake is van een verhoogd bloedglucosegehalte in het bloed.
C
Een aandoening waarbij het lichaam de insuline in het bloed niet meer in evenwicht kan houden
Slide 19 - Quiz
Bij diabetes type I wordt.......... insuline aangemaakt.
A
Genoeg
B
Te veel
C
Te weinig
D
Geen
Slide 20 - Quiz
Bij diabetes type II is er sprake van.....
A
Verminderde gevoeligheid voor insuline
B
Vertraagde of verminderde insuline productie en/of afgifte
C
Antwoord A en B
Slide 21 - Quiz
Wat is de functie van insuline?
A
Insuline opent de cellen voor glucoseopname
B
Insuline zet de glucose om in energie
C
Insuline zet de koolhydraten om in suiker
Slide 22 - Quiz
Wat is de functie van de alvleesklier?
A
Het produceren van alvleeskliersap
B
Het produceren van hormonen die een rol hebben bij de suikerstofwisseling in ons lichaam
C
Antwoord A en B
Slide 23 - Quiz
Wat zijn de oorzaken van diabetes type II?
A
Stress-werk-erfelijkheid en leeftijd
B
Leeftijd-afkomst-leefgewoonten-stress
C
Stress-erfelijkheid-leefgewoonten en leeftijd
D
Erfelijkheid-werk-afkomst en leefgewoonten
Slide 24 - Quiz
Op welke vingers kun je bloedglucose prikken?
A
Middelvinger/ ringvinger/pink
B
Duim/ wijsvinger/ middelvinger
C
Allen je wijsvinger
D
Alle vinger zijn geschrikt
Slide 25 - Quiz
Een bloedglucosemeting mag alleen worden verricht uit een bloeddruppel die eenvoudig en zonder stuwen is verkregen.