Herhaling voor het SO 1G

1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Sleep de nummers naar de juiste naam
Beenderen van het been
dijbeen
voetwortelbeen
scheenbeen
middenvoetsbeen
knieschijf
kuitbeen
1
2
3
4
5
6

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide

Hoe heet bot nr 3?dit het tweede nr aan de rechterkant
A
Bovenarm
B
Opperarmbeen
C
Dijbeen
D
Opperarmbot

Slide 9 - Quiz

Hoe heet bot nr 11?(halverwege linkerkant)
A
Onderarm
B
Bovenarm
C
Ellepijp
D
Spaakbeen

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Link

Slide 12 - Link

Slide 13 - Link

Slide 14 - Link

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Kogelgewricht
1
Scharniergewricht
2
Rolgewricht
3
Met je ledematen en wervelkolom kun je verschillende bewegingen maken. Verschillende soorten gewrichten zorgen daarvoor

Slide 17 - Slide

Kogelgewricht
Rolgewricht
Schaniergewricht

Slide 18 - Drag question


Dit is een ..1.. gewricht.

Hierin is een .. 2 ..beweging mogelijk
A
1. Kogel 2. Draaiende
B
1. Scharnier 2. Heen en weer
C
1. Rol 2. Draaiende
D
1. Draai-rol 2. Heen en weer

Slide 19 - Quiz

Kogelgewricht
Het schoudergewricht is een kogelgewricht. Het is de verbinding tussen het opperarmbeen en het schouderblad. 

In een kogelgewricht zijn bewegingen mogelijk in verschillende richtingen en er is een draaiende beweging mogelijk.

In je schoudergewricht kan je arm naar voren en achteren en opzij. Je kunt ook een rondje draaien met je opperarmbeen. 

De kogel van je bovenarm draait in de kom van je 
schouderblad.

Ook je heupgewricht is een kogelgewricht.


Slide 20 - Slide

Scharnier gewricht
Een scharniergewricht zit bijvoorbeeld tussen 2 vingerkootjes. 
Beweging is maar in 1 vlak mogelijk.
Bijvoorbeeld:
- omhoog en omlaag
- buigen en strekken (heen en terug)

Andere voorbeelden van scharniergewrichten zijn bijv. het kniegewricht en gewrichten tussen 2 teenkootjes.


In je ellebooggewricht kun je je arm buigen en strekken.

Slide 21 - Slide

Rolgewricht
Twee botten draaien om elkaar heen. 
Spaakbeen en ellepijp kunnen om elkaar heen draaien. Dat is handig want daardoor kun je je hand draaien en kun je makkelijk wat pakken met je handen


Slide 22 - Slide

Het gewricht

Slide 23 - Slide

Wat voor een gewricht is je knie?
A
Scharniergewricht
B
Rolgewricht
C
Kogelgewricht
D
Knikgewricht

Slide 24 - Quiz

spier
pees
gewrichtskogel
kraakbeen
gewrichtssmeer
kapselband

Slide 25 - Drag question

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Een spier zit met pezen vast aan botten. De plaats waar de pees vastzit noem je de aanhechtingsplaats. De biceps zit via een pees vast aan het spaakbeen (zie nr. 3).
Een spier is net een sterk touw. Een sterk touw bestaat uit veel kleine draadjes bij elkaar. Een spier bestaat uit verschillende spiervezelbundels met daarin spiervezels.

Een spiervezelbundel bestaat uit veel spiervezels
Een spier
Biceps
Als de biceps meer aanspant dan de triceps, buigt de arm.
1
Triceps
Als de triceps meer aanspant dan de biceps, strekt de arm.
2

Slide 36 - Slide


Om de arm te buigen moet je
A
De biceps aanspannen
B
De triceps aanspannen
C
De biceps ontspannen
D
De biceps en de triceps aanspannen

Slide 37 - Quiz


Als een spier samentrekt:
hoe lang kun jij dit?
De plank is een statische oefening, wat inhoudt dat je je lichaam een tijdje in een bepaalde houding moet houden zonder te bewegen.
A
Wordt de spier korter en dunner.
B
Wordt de spier langer en dikker.
C
Wordt de spier korter en dikker.
D
Wordt de spier langer en dunner.

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Video

Huiswerk
Leren voor het SO!
Alles afmaken tot paragraaf 5.

Slide 40 - Slide