Herhaling nauwkeurig formuleren

Vandaag:

Herhaling nauwkeurig en  bondig formuleren.



1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vandaag:

Herhaling nauwkeurig en  bondig formuleren.



Slide 1 - Slide

Nauwkeurig formuleren:

- vragen van de lezer
- lege woorden vermijden
- dubbelzinnigheid (homoniemen) vermijden
- ingebouwde beperking alleen als het moet
- duidelijk verwijzen

Slide 2 - Slide

Bondig formuleren:

- niet te veel hulpwerkwoorden (zullen, kunnen, mogen enz.)
- alleen bijvoeglijk naamwoorden en bijwoorden als het iets toevoegt.
- vermijd pleonasme en tautologie
- (voorzetsel)uitdrukkingen inkorten

Slide 3 - Slide

Beschrijf (in woorden) hoe je het vliegtuig vouwt. Probeer dit zo nauwkeurig en bondig mogelijk te doen. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Lees de tekst door. Probeer nog minstens tien woorden te schrappen. 

Slide 6 - Slide

Geef de tekst aan diegene naast je. Begrijpt diegene wat de bedoeling is?

Slide 7 - Slide


Maak opdracht 6  (blz. 75). 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Maak opdracht 6 A (blz. 79).


Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide