Argumenten beoordelen

NEDERLANDS
ARGUMENTEN
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

NEDERLANDS
ARGUMENTEN

Slide 1 - Slide

DOEL VAN DE LES
JE WEET HOE JE ARGUMENTEN KUNT BEDENKEN EN TOEPASSEN

Slide 2 - Slide

OPBOUW VAN DE LES

  1. BOEKPROMOTIES | LEZEN
  2. OPDRACHT WERKWOORDSPELLING
  3. ARGUMENTEREN
  4. STUDIEMETER |
        ZIJ/HUN/HEN - OEFENEXAMEN LEZEN - WOORDENSCHAT
   5. EVALUATIE VAN DE LES

Slide 3 - Slide

timer
15:00

Slide 4 - Slide

BOEKPROMOTIE

Je laat hierbij het boek zien,
vertelt er kort iets over en 
leest een fragment voor,
zorg dat je de anderen nieuwsgierig maakt 
en/of eindigt met een cliffhanger.

Slide 5 - Slide

WERKWOORDSPELLING

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

VOORBEELD ARGUMENTATIESCHEMA
Files

Er zou echt iets aan de files in Nederland gedaan moeten worden. 
Veel mensen komen namelijk door files te laat op hun werk. 
Bovendien leiden files tot ongelukken in het verkeer. 
Mensen moeten namelijk veel vaker plotseling remmen dan wanneer er geen files op de weg zijn.
Het fileprobleem zou dus zo snel mogelijk moeten worden opgelost. 

Slide 8 - Slide

want
want
want

Slide 9 - Slide

timer
15:00

Slide 10 - Slide

ARGUMENTEREN
MOBIELE TELEFOONS OP SCHOOL MOETEN
VERBODEN WORDEN.

1. Wat is het probleem en is het erg?
2. Wat zijn de voor- of nadelen?
3. Wie zijn de betrokkenen en wat voor effect
 heeft het probleem op de verschillende
 betrokkenen?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

WEERLEGGEN
Met argumenten aantonen dat je het er niet mee eens bent. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

ARGUMENTEN BEOORDELEN
DROGREDENEN

Slide 16 - Slide

Is het argument waar of niet waar?

Wij komen nooit meer op tijd, want de file staat tot Utrecht.
A
waar/geldig
B
niet waar/ongeldig

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Video

Is het argument waar of niet waar?

Het vak geschiedenis is onbelangrijk, want er is geen enkel beroep waarvoor je geschiedenis nodig hebt.
A
waar/geldig
B
niet waar/ongeldig

Slide 19 - Quiz

Is het argument waar of niet waar?

We moeten ook via internet onze producten gaan verkopen. Er wordt steeds meer gekocht via internet.
A
geldig argument
B
drogreden

Slide 20 - Quiz

Is het argument waar of niet waar?

Ik vind Mieke niet aardig, omdat ik haar niet mag.
A
geldig argument
B
drogreden

Slide 21 - Quiz

Is het argument waar of niet waar?

Jij weet helemaal niks over gezond en gevarieerd eten, want je bent zelf veel te zwaar!
A
geldig argument
B
drogreden

Slide 22 - Quiz

Is het argument waar of niet waar?

Jij weet helemaal niks over gezond en gevarieerd eten, want je bent zelf veel te zwaar!
A
geldig argument
B
drogreden

Slide 23 - Quiz

Is het argument geldig of een drogreden?

Er moet belasting op vet en ongezond voedsel komen (vettax), want de gezondheidsklachten onder jongeren nemen toe.
A
geldig argument
B
drogreden

Slide 24 - Quiz

STUDIEMETER
  • TAALVERZORGING
ZIJ/HUN/HEN

  • OEFENEXAMEN LEZEN 3F:
1E TEKST MET VRAGEN

  • WOORDENSCHAT
OEFENING 8 EN 9 

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

EVALUATIE VAN DE LES

Slide 27 - Slide

VOLGENDE WEEK

  • WOORDENSCHAT
contextzinnen - t/m oefening 9 

  • OEFENTOETS LEZEN 2F NIVEAU 
Onderdelen maken en bespreken

Slide 28 - Slide