Communiceren - 2

1 / 15
next
Slide 1: Slide
LOBMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Terugblik
Bij communicatie gebruik je verschillende zintuigen
waarnemen: observeren en interpreteren
Open vragen en gesloten vragen
Benodigdheden deze les: 1 velletje A4 papier

Slide 2 - Slide

Blind spreken?
Wate gebeurt er met je communicatie als je jou gezichtsvermogen verliest?

Slide 3 - Slide

Ervaar het nu!
  1. A neemt een voorwerp in gedachten en beschrijft dit zo concreet en duidelijk mogelijk in 1 minuut
  2. B luistert zo goed mogelijk maar mag geen vragen stellen
  3. Lukt het B om het voorwerp van A te raden na afronding van de uitleg? 

Slide 4 - Slide

Actief luisteren

Slide 5 - Slide

Instructie
Pak een stukje papier (a4) en hou het voor je. Doe nu je ogen dicht en volg de instructies exact. 

Slide 6 - Slide

Uitvoer
Eerst wil ik dat je het papier dubbel vouwt. Vouw het nog een keer dubeel en scheur de linker bovenhoek van het papier af. Vouw het papier nogmaals dubbel en scheur nu de rechter onderhoek van het papier af.

Slide 7 - Slide

Na het scheuren...
Vraag aan iedereen om zijn ogen open te doen en het papier uit te vouwen tot een heel blad.
Kijk samen wat het resultaat is. Als ik goed gecommuniceerd heb en jullie hebben goed geluisterd zouden we allemaal hetzelfde moeten hebben....

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Hoe kan dit?

Slide 10 - Mind map

Stel je voor...
Je hebt afgesproken met een goede vriend en hij vertelt je dat hij helemaal klaar is met zijn baan. Hij zegt: "Deze baan is echt waardeloos. Het enige wat ik moet doen, is stapeltjes papier verplaatsen. Zinloos werk! Ik heb besloten niet meer naar mijn werk te gaan. Dan zoek ik wel een andere werkgever, genoeg mogelijkheden om mijn geld te verdienen!" 
Schrijf op hoe jij zou reageren.

Slide 11 - Slide

Waar lijkt jouw reactie het meest op?
  1. Bevelen, dirigeren, commanderen 
  2. Waarschuwen, berispen, dreigen 
  3. Vermanen, moraliseren, preken
  4.  Adviseren, oplossingen of suggesties 
  5. De les lezen, beleren, argumenten geven
  6. Oordelen, kritiseren, oneens zijn, beschuldigen 
  7. Prijzen, het ermee eens zijn
  8.  Schelden, belachelijk maken,
  9. Interpreteren, analyseren, diagnose stellen 
  10. Geruststellen, sussen, troosten, ondersteunen 
  11. Doorvragen, ondervragen, vragen stellen 
  12. Uit de weg gaan, afleiden, toegeven, over iets anders praten

Slide 12 - Slide

Wat is dan actief luisteren?
Bij actief luisteren probeer je jouw vriend te begrijpen, wat hij voelt en wat hij eigenlijk wil zeggen. Vervolgens zeg je in je eigen woorden wat je hebt begrepen en geef je jouw vriend de gelegenheid te reageren. Zelf voeg je geen boodschap, dus je  evalueert niet, geeft geen mening, advies, logische oplossing, analyse of vraag. Je geeft alleen maar aan wat je van zijn verhaal hebt begrepen - niets meer en niets minder.

“Dus jij voelt je..."

Slide 13 - Slide

Communicatie blijft uitdagend!

Slide 14 - Slide

Wat heb je geleerd over jouw manier van communiceren?

Slide 15 - Mind map