240227 wwspelling §8 + plan je reis uitleg

Welkom M1e!
Deze spullen heb ik nodig:

  • leesboek
  • werkboek
  • schrift
  • pen
  • iPad
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom M1e!
Deze spullen heb ik nodig:

  • leesboek
  • werkboek
  • schrift
  • pen
  • iPad

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Vrij lezen (10 min)
  2. Planning komende weken (2 min)
  3. Uitleg persoonsvorm tegenwoordige tijd (10 min)
  4. Zelfstandig werken (15 min)
  5. Exit-ticket (heb je het leerdoel behaald?) (5 min)
  6. Uitleg 'Plan je reis' + start maken (20 min)

timer
10:00

Slide 2 - Slide

Planning derde periode (deel 2):

Werkwoordspelling


Werkstuk aardrijkskunde/Nederlands



Boek lezen
uitleesdatum: na de meivakantie

Leesvaardigheid

Toetsen derde periode (deel 2):

Werkwoordspelling
Telt 2x mee (eind maart)

Werkstuk
2 cijfers > 1 voor ak, 1 voor NL (april)


Boek lezen
Beeldverslag maken + presenteren 

Leesvaardigheid
Telt 3x mee (laatste toetsweek)


Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Vrij lezen (10 min)
  2. Planning komende weken (2 min)
  3. Uitleg persoonsvorm tegenwoordige tijd (10 min)
  4. Zelfstandig werken (15 min)
  5. Exit-ticket (heb je het leerdoel behaald?) (5 min)
  6. Uitleg 'Plan je reis' + start maken (20 min)

Slide 4 - Slide

Leerdoel
Werkwoordspelling:

Jij kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen.

Slide 5 - Slide

Jij kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen.
Persoonsvorm
Werkwoord
Tegenwoordige tijd
timer
3:00

Slide 6 - Slide

Jij kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen.
Werkwoord
Een werkwoord is een......


Voorbeeld:
1. 
2. 
3. 

Slide 7 - Slide

Jij kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen.
Persoonsvorm
3 manieren om de pv te vinden

1. 
2. 
3. 



Werkwoord
Een werkwoord is een......


Voorbeeld:
1. 
2. 
3. 

Slide 8 - Slide

Jij kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen.
Persoonsvorm
3 manieren om de pv te vinden

1. 
2. 
3. 



Werkwoord
Een werkwoord is een......


Voorbeeld:
1. 
2. 
3. 
Tegenwoordige tijd
Dit bedoelen we ermee:



Voorbeeld:

Slide 9 - Slide

Spelling §7: tegenwoordige tijd
Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (nu):

  1. Je gaat eerst op zoek naar de ik-vorm.
    Hele werkwoord - en.

werken - werk
vinden - vind
liggen - lig
lopen - loop




Slide 10 - Slide

Spelling §7
Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (nu):

2. Over wie gaat het? Wie doet er iets?

ik loop

jij loop
hij loop
loop jij
wij lopen




Slide 11 - Slide

Spelling §7
Fietsen:
Ik ..... naar huis.
Jij ..... naar huis.
Hij ..... naar huis.

Worden:
Ik ..... morgen 13 jaar.
Jij ..... morgen 13 jaar.
Hij ..... morgen 13 jaar.




timer
2:00

Slide 12 - Slide

Mijn buurman .... (reizen) elke dag voor zijn werk van Groningen naar Drachten.

Slide 13 - Open question

....(Blijven) kip met patat en appelmoes altijd jouw favoriete gerecht?

Slide 14 - Open question

Oefenen spelling §7
Opdracht: 
Maak in je werkboek/schrift:

Spelling §7 (blz. 238) opdracht 1 t/m 4

We kijken opdracht 1 zo direct na.

Hoe: Bekijk het stoplicht: je werkt alleen of in tweetallen
Nodig: Werkboek/schrift + pen
Klaar:  Oefen op je iPad: www.spellingoefenen.nl > persoonsvorm tegenwoordige tijd.


timer
10:00

Slide 15 - Slide

Opdracht 1
  1. Ik koop  - Filip koopt
  2. Ik accepteer - Brenda accepteert
  3. Ik bestel - Samir bestelt
  4. Verhuis jij? - Verhuist Vera's vriendin?
  5. Ik wandel - De leraar wandelt
  6. Ik bied - Siebren biedt
  7. Ik bid - Zijn vader bidt
  8. Beantwoord jij? - Beantwoordt Emma?

Slide 16 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Vrij lezen (10 min)
  2. Planning komende weken (2 min)
  3. Uitleg persoonsvorm tegenwoordige tijd (10 min)
  4. Zelfstandig werken (15 min)
  5. Exit-ticket (heb je het leerdoel behaald?) (5 min)
  6. Uitleg 'Plan je reis' + start maken (20 min)

Slide 17 - Slide

Op deze manieren kan ik de persoonsvorm vinden:

Slide 18 - Open question

Schrijf een zin in de tegenwoordige tijd. De persoonsvorm is het werkwoord 'wordt'.

Slide 19 - Open question

Pauze
timer
4:00

Slide 20 - Slide

Introductie 'Plan je reis'
Opdracht: Vragenkaartjes

Eén iemand van het team pakt een vragenkaartje en leest de vraag voor. Iedereen in het team geeft antwoord op die vraag. 
Klaar? De volgende pakt een vragenkaartje.
Ga door tot de tijd om is, of totdat alle kaartjes op zijn.
timer
4:00

Slide 21 - Slide

Wat is 'Plan je reis'?


JIJ GAAT VOOR JOUW GEZIN EEN REIS PLANNEN.

Slide 22 - Slide

Doelen 'Plan je reis'
  •  Je leert hoe je een werkstuk maakt met vaste onderdelen
  • Je gebruikt hoofdletters en punten op de juiste manier
  • Je leert om je aan een planning te houden
  • Je zoekt informatie op internet op

Slide 23 - Slide

Plan je reis
Wat is precies de bedoeling?




Kijk mee in het boekje! Dit boekje lever je aan het eind van de les weer in!

Slide 24 - Slide

Plan je reis






Je kan het boekje in Teams terugvinden.

Slide 25 - Slide

Plan je reis
Beoordeling





Inleverdatum: dinsdag 16 april 

Slide 26 - Slide

Plan je reis - les 1 - inleiding
Opdracht: 
Naar welk Afrikaans land wil jij op vakantie met je gezin?


  1.  Kies een Afrikaans land.
  2. Maak een Word-bestand aan en geef deze de titel: Plan je reis NAAM
  3. Sla dit bestand op in OneDrive en deel het bestand met mij via Teams
  4. Schrijf de inleiding

Gebruik het boekje bij het maken van jouw werkstuk!



timer
15:00

Slide 27 - Slide