controle weektaak vorige week :
Écouter Exercice 9 – Mise en route
1 + h / 2 + f / 3 + g / 4 + b / 5 + c / 6 + d / 7 + a / 8 + e
Exercice 10 – Mise en route : vocabulaire
1 gescheiden / 2 getrouwd / 3 de halfbroer
4 enig kind/ 5 alleen / 6 het geluk
7 de buurvrouw / 8 het weekend
Exercice 11 – Prononciation
Õn 1, 5, 7 / Ãn 2, 3, 8 / In 4, 6
Exercice 12 – Compréhension globale
1 A / 2 B, C
Exercice 13 – Compréhension détaillée
1 A, C, D / 2 Haar ouders zijn gescheiden. Haar moeder is hertrouwd. / Ze heeft een halfbroertje.
3 a faux / b vrai
4 a vrai / b vrai / c faux
5 moeder, oom, tante, neefjes, vrienden
6 mijn
Exercice 14 – Compréhension semi-authentique
1 1 = F, 2 = E, 3 = A, 4 = C, 5 = B
Over: D omroepbericht in een winkel
2 1 19 / 2 8/ 3 12 / 4 10 / 5 16