Kap. 4 par. 2 9-9-2020

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

der Unterrichtsplan

- Rückblick

- Hausaufgaben: 7,10,11,12 und 13 kontrollieren

- Erklärung er is/er zijn  er was

- Erklärung das zusammengesetzte Verb = het samengestelde werkwoord

- selbstständig weiterarbeiten: Aufgabe 15,16,17 und 18.

die Lernziele

- ihr könnt den ich und ach-Laut richtig aussprechen

- ihr könnt die zusammengesetzte Verb = samengesteld werkwoord juist toepassen in een zin.

Rückblick

Könnt ihr diese Wörter richtig aussprechen?

- Loch

- Löcher

- Sorgen

- Dach

- Fuchs

- wichtig

Hausaufgaben: 7,10,11,12 und 13 kontrollieren

verbessert euere Fehler mit einem roten Kugelschreiber

Fragen?

 

Er is/ er zijn =  es gibt

Es gibt hier keine frechen Schüler in der Klasse! =

Er zijn hier geen stoute leerlingen in de klas.

Is er Cola? = Gibt es Cola?

Er is Cola. = Es gibt Cola.

Er was = es gab

Er was geen chocolade mehr. = Es gab keine Schokolade mehr. 

Jetzt du!

( Is er) ____________ hier in der Nähe ein Restaurant?

( waren er) _______________ früher auch Computer?

Erklärung 'zusammengesetzte Verben'  = samengestelde werkwoorden

Samengestelde werkwoorden beginnen altijd met een voorvoegsel. 

Als de klemtoon op het voorvoegsel ligt  kun je het werkwoord uit elkaar trekken.

Bijv. mitnehmen = meenemen

Ich nehme eine Tasche mit. 

Je vervoegt het werkwoord, maar voorvoegsel niet ! 

Als de klemtoon van een samengesteld werkwoord niet op het voorvoegsel ligt, dan kun je het niet uit elkaar trekken. Je vervoegt het samengestelde werkwoord.

Bijv. bezahlen = betalen

Ich bezahle immer zu wenig! 

Deze voorvoegsels krijgen altijd een klemtoon:

an-, auf-, aus-, bei-, mit-, zu-.

Deze voorvoegsels krijgen nooit een klemtoon:

be-, ver-, ge-, ent- 

Selbstständig arbeiten an den Aufgaben:

15 bis einschließlich 18

Freitag den 11. September die erste Stunde ( = 1e uur)

Hausaufgaben: Aufg. 15 bis einschl. 18 + 20 und 21.