Extra oefening werkwoordspelling

Extra oefening spelling 


  • werkwoordspelling
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Extra oefening spelling 


  • werkwoordspelling

Slide 1 - Slide

Vul de juiste vorm van de werkwoorden in de tegenwoordige tijd in:

5. Miranda …… (spelen) op het drumstel terwijl Jente op haar banjo ……(tokkelen)

Slide 2 - Open question

Vul de juiste vorm van de werkwoorden in de tegenwoordige tijd in:


6. Van Miranda …… (verwachten) ik dat ze morgen …….. (optreden)

Slide 3 - Open question

Vul de juiste vorm van de werkwoorden in de tegenwoordige tijd in:


7. Jente …….. (worden) veertien, ze …….. (zijn) iets jonger dan Miranda.

Slide 4 - Open question

Vul de juiste vorm van de werkwoorden in de tegenwoordige tijd in:

8. Ze …….. (oefenen) graag op het drumstel, ……… (vertellen) ze aan haar.


Slide 5 - Open question

Vul de goede vorm van de werkwoorden in de tegenwoordige tijd in

9. ……. (vinden) je ook niet, dat een banjo prachtig ………(klinken) ?

Slide 6 - Open question

Spelling - verleden tijd
Regel
Kijk eventueel eerste het filmpje over 't Kofschip x: 

Slide 7 - Slide

Vul de juiste vorm van het werkwoord in de verleden tijd in:

(kloven). 10. De houthakkers……….de stammen.

Slide 8 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord in de verleden tijd in:

(krijsen) 11. . De peuter………in zijn wandelwagen.

Slide 9 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord in de verleden tijd in:

(pakken) 12. De man .................. een biertje uit zijn koelkast.

Slide 10 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord in de verleden tijd in:

(bloeden) 13. ……….jouw vinger zo erg?

Slide 11 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord in de verleden tijd in:

(verhuizen) 14. De leerling ……..naar de andere kant van het land.

Slide 12 - Open question

Spelling - voltooid deelwoord
Gebruik 't Kofschip x en kijk eventueel het instructiefilmpje

Slide 13 - Slide

Vul het voltooid deelwoord van het werkwoord in

(krimpen) 15. Mijn trui is………….


Slide 14 - Open question

Vul het voltooid deelwoord van het werkwoord in

(wegslepen) 16. De parkeerwacht heeft onze auto…….

Slide 15 - Open question

Vul het voltooid deelwoord van het werkwoord in

(kerven) 17. Hebben jullie ook je naam in de boom………

Slide 16 - Open question

Vul het voltooid deelwoord van het werkwoord in

(bloeden) 18. De vinger heeft enorm…….

Slide 17 - Open question

Vul het voltooid deelwoord van het werkwoord in

(doen) 5. Dat had ik nooit……..

Slide 18 - Open question