basen en basische oplossingen

1 / 13

Slide 1: Slide

ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

basen en basische oplossingen

leerdoelen:

- Je leert wat een base is

- Je leert wat er gebeurt als een base met water reageert

- Je leert het verschil tussen een zwakke en een sterke base

Slide 2 - Slide

Basen

Een base is een stof die een H⁺ -ion kan opnemen (microniveau)

Een basische oplossing heeft altijd een pH groter dan 7 (macroniveau)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

In welke stap reageert groep A als base? Hoe kun je dat zien?

Slide 5 - Open question

Basen in water

NH₃ is een base en neemt een H⁺ op. Er ontstaat NH₄⁺

Omdat H₂Oeen H⁺afstaat, ontstaat het hydroxide-ion OH^-

N H^{​ 3 ​ ​} \frac{​ ​ ​}{​ ​} (a q) \frac{​ ​ ​}{​ ​} + \frac{​ ​ ​}{​ ​} H^{​ 2 ​ ​} O \frac{​ ​ ​}{​ ​} (a q) \frac{​ ​ ​}{​ ​} ⇆ \frac{​ ​ ​}{​ ​} N H^{​ 4 ​ + ​ ​} \frac{​ ​ ​}{​ ​} (a q) \frac{​ ​ ​}{​ ​} + \frac{​ ​ ​}{​ ​} O H^{​ - ​ ​} \frac{​ ​ ​}{​ ​} (a q)

Slide 6 - Slide

Geef de reactievergelijking van:

Het sulfide-ion (S2-) met water

Slide 7 - Open question

Geef de reactievergelijking van:

Het oxide-ion O2- met water

Slide 8 - Open question

Sterke en zwakke basen

Binas 49 geeft een overzicht van bekende zuren en basen.
Onder te verdelen in: sterk, zwak en zeer zwak, zie volgende slide.
Hoe sterker een base, hoe makkelijker het H+ ion kan worden opgenomen
Bij gelijke molariteit, heeft een sterke base een hogere pH, een hogere geleidbaarheid en zal hij sterker reageren dan een zwakke base (meer OH^- in oplossing).

Slide 9 - Slide

Binas 49

Slide 10 - Slide

Sterke en zwakke basen

Een sterke base reageert volledig met het water

Een zwakke base reageert gedeeltelijk met het water.

N H^{​ 3 ​ ​} \frac{​ ​ ​}{​ ​} (a q) \frac{​ ​ ​}{​ ​} + \frac{​ ​ ​}{​ ​} H^{​ 2 ​ ​} O \frac{​ ​ ​}{​ ​} (a q) \frac{​ ​ ​}{​ ​} ⇆ \frac{​ ​ ​}{​ ​} N H^{​ 4 ​ + ​ ​} \frac{​ ​ ​}{​ ​} (a q) \frac{​ ​ ​}{​ ​} + \frac{​ ​ ​}{​ ​} O H^{​ - ​ ​} \frac{​ ​ ​}{​ ​} (a q)

O^{​ 2 - ​ ​} \frac{​ ​ ​}{​ ​} (a q) \frac{​ ​ ​}{​ ​} + \frac{​ ​ ​}{​ ​} H^{​ 2 ​ ​} O \frac{​ ​ ​}{​ ​} (a q) \frac{​ ​ ​}{​ ​} \to \frac{​ ​ ​}{​ ​} 2 \frac{​ ​ ​}{​ ​} O H^{​ - ​ ​} \frac{​ ​ ​}{​ ​} (a q)

Slide 11 - Slide

Is natronloog (NaOH) een sterk/zwak zuur of base?

sterk zuur

zwak zuur

zwakke base

sterke base

Slide 12 - Quiz

Deze triviale namen moet jij uit het hoofd kennen:

Slide 13 - Slide

basen en basische oplossingen

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

More lessons like this

5H Basen ook

VWO 5 7.3 Basen en basische oplossingen

VWO 5 7.3 Basen en basische oplossingen

v5 9.1 + 9.2

H8.1 Basen in water

VWO 5 7.3 Basen en basische oplossingen

Herhaling Hst 7 Zuren en basen

5H herhaling NOVA H7 zuren en basen