Hoofdstuk 2 reactievergelijkingen kloppend maken

Reactievergelijkingen kloppend maken
1 / 32
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Reactievergelijkingen kloppend maken

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag
Reactievergelijkingen opstellen en kloppend maken
Lijkt op reactieschema maar dan met symbolen en formules 

Doel is dan ook om deze te kunnen opstellen aan het einde van de les 

Slide 2 - Slide

Wet van massa behoud
H2 (g)+ N2 (g) --> NH3 (g)

We hebben nu een probleem. 
Volgens de wet van massabehoud moet je massa links evengroot zijn als de massa rechts van de pijl.
Massa die je in de reactie stopt komt er ook uit. 

Slide 3 - Slide

Wet van massa behoud
H2 (g)+ N2 (g) --> NH3 (g)

Hier heb ik 2 H voor de pijl en 3 H na de pijl
en 2 N voor de pijl en 1 N na de pijl 

Hoe los ik dit op?

Slide 4 - Slide

Wet van massa behoud
H2 (g)+ N2 (g) --> NH3 (g)

Hoe los ik dit op?

Je mag NIET het index cijfer (rechts onder aanpassen) 

Slide 5 - Slide

Wet van massa behoud
H3 (g)+ N1 (g) --> NH3 (g)

Hoe los ik dit op?

Je mag NIET het index cijfer (rechts onder aanpassen) 
H3 en N1 zijn geen waterstof en stikstof (BrINClHOF)

Slide 6 - Slide

Wet van massa behoud
.... H2 (g)+ .... N2 (g) --> .... NH3 (g)

Je mag WEL een getal voor het molecuul zetten =coëfficient
(hoeveel keer je een bepaald molecuul hebt) 

Slide 7 - Slide

Wet van massa behoud
3 H2 (g)+ 1 N2 (g) --> 2 NH3 (g)

Je mag WEL een getal voor het molecuul zetten =coëfficient
(hoeveel keer je een bepaald molecuul hebt) 

Is rekenen en puzzelen

Slide 8 - Slide

Wet van massa behoud
3 H2 (g)+ N2 (g) --> 2 NH3 (g)

Je mag WEL een getal voor het molecuul zetten =coëfficient
(hoeveel keer je een bepaald molecuul hebt) 

Is rekenen en puzzelen
1 hoef je niet neer te zetten (mag wel) 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Vandaag
Multiple choice 'quiz' reactie vergelijkingen kloppend maken met wisbordjes 
GEEN RARE TEKENINGEN ETC OP JE WISBORDJE --> inleveren
Daarna nog even oefenen vanuit 'woorden' een kloppende reactievergelijking maken (1/2 stuks)
Dan blad afmaken = huiswerk volgende week. 
einde van de les krijg je je s.o terug van voor de vakantie
S.O is ingepland na de toetsweek = 15 stuks in 25 min

Slide 11 - Slide

Bekijk het volgende: water + koolstofdioxide --> suiker + zuurstof
dit is een.....
A
reactieschema
B
reactievergelijking

Slide 12 - Quiz

Dit is een
A
reactieschema
B
reactievergelijking

Slide 13 - Quiz

Bekijk het volgende plaatje goed

Slide 14 - Slide

Bekijk het volgende plaatje goed
Ammoniak

Slide 15 - Slide

klopt deze reactievergelijking?
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quiz


A
Aantal N klopt
B
Aantal N klopt niet
C
Aantal H klopt niet

Slide 17 - Quiz

Welk getal hoort voor de
zuurstof ?
O2
A
4
B
6
C
3,5
D
5

Slide 18 - Quiz

Welke getallen horen op de puntjes
A
1 , 2 , 3
B
1, 2, 2
C
1, 1 , 2
D
0.5 0.5 1

Slide 19 - Quiz

Welke getallen horen op de puntjes
A
1 2 3
B
2 3 1
C
4 2 3
D
4 3 2

Slide 20 - Quiz


A
12 12 0 12
B
4 5 2 4
C
6 6 1 6
D
3 3 0,5 3

Slide 21 - Quiz


A
1 1,5 1
B
4 6 4
C
2 3 2
D
2 1 3

Slide 22 - Quiz


A
1 13 4 5
B
2 13 8 10
C
1 8 3 4
D
1 5 4 5

Slide 23 - Quiz


A
4 5 4 3
B
2 5 2 3
C
2 2,5 2 3
D
4 5 4 6

Slide 24 - Quiz

Welk getal moet er voor zuurstof?
A
45
B
22,5
C
39
D
19,5

Slide 25 - Quiz

Reactievergelijkingen kloppend maken gaat:
A
Super goed!
B
goed
C
okay
D
kan beter

Slide 26 - Quiz

Ijzer(Fe) reageert met zuurstof tot het vaste zout ijzeroxide (Fe2O3) geef het reactieschema en de kloppende vergelijking

Slide 27 - Slide

Water kun je met elektriciteit ontleden tot waterstof en zuurstof. Geef het reactieschema en de kloppende reactievergelijking 

Slide 28 - Slide

Zelf aan de slag met het blad
Heb je er nog een beetje moeite mee? 
Pak je kruk en kom rondom het bord zitten dan doen we er nog een paar samen! 
Snap je het goed? Ga dan rustig verder, blad moet dinsdag af.

Remember: OEFENING BAART KUNST

Slide 29 - Slide

Methaan (kunnen we verbranden om energie te krijgen. Bij het verbranden heb je zuurstof nodig. Bij de verbranding komen waterdamp en koolstofdioxide vrij. Geef het reactieschema en de kloppende reactievergelijking
Waterdamp.            Koolstofdioxide 
H2O
CO2

Slide 30 - Slide

Methaan kunnen we verbranden om energie te krijgen. Bij het verbranden heb je zuurstof nodig. Bij de verbranding komen waterdamp en koolstofdioxide vrij. Geef het reactieschema en de kloppende reactievergelijking

Slide 31 - Slide

                   kunnen we verbranden om energie te krijgen. Bij het verbranden heb je zuurstof nodig. Bij de verbranding komen waterdamp en koolstofdioxide vrij. Geef het reactieschema en de kloppende reactievergelijking

Slide 32 - Slide