1. vast voorzetsel bij data: op = am (an dem = +3)--> Er hat am 1. März Geburtstag. ersten
--> Ich besuche dich am 15. Februar. zwanzigsten
2. zinsdeel: ow/lv/mwv
--> Der dritte Mai ist ein Montag. dritte --> = deel van onderwerp
Rangtelwoorden worden gebruikt als bijvoeglijk naamwoord. De naamval en het geslacht bepalen de uitgang van het rangtelwoord.