1hv-5-6.3/6.4

• Biologie
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Bevruchting

Op tafel:

laptop 

leesboek

Boek B

Telefoon in telefoontas

Planning

• Herhaling
• Leerdoelen
• Uitleg
• Zelfstandig werken
• Volgende keer

Windbloem of insectenbloem?

1. Windbloem
2. Insectenbloem

Windbloem of insectenbloem?

1. Windbloem
2. Insectenbloem

Insectenbloem

 Een insectenbloem is een bloem die door..................................bestoven wordt. 

 De kroonbladeren zijn .................................. 

 Het vrouwelijke geslachtsorgaan, de............................ en het mannelijk geslachsorgaan ............................. bevinden zich  ..................................... de bloem.

 Een insectenbloem produceert ............................  om insecten te lokken. Ze produceren ........................... stuifmeel.  

 De korrels zijn ........................ en ruw. 

 

opvallend gekleurd

   weinig

  kleverig

   binnen

 insecten

stamper

 meeldraden

    nectar

   bestuiving

      veel

   groen

glad

Leerdoelen

• Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt.
• Je kunt de verandering in het zaadbeginsel na bevruchting beschrijven.

Levenscyclus

https:

Vanaf Kroonblad tot en met het einde.

Bevruchte eicel

Na de bevruchting gaat de eicel zich delen. 

• Uit de bevruchte eicel ontstaat zo een kiem. 
• Uit het zaadbeginsel ontstaat een zaad. 

Als een zaad kiemt, groeit uit de kiem een kiemplantje. 

Meerdere zaden

Er kunnen meerdere stuifmeelbuizen tegelijk door de stijl groeien. Ze groeien naar verschillende zaadbeginsels. 

In ieder zaadbeginsel kan een eicel worden bevrucht.

Meerdere zaden

Uit elk zaadbeginsel waarvan de eicel is bevrucht, kan een zaad ontstaan.

Er kunnen dus meerdere zaden ontstaan in een vruchtbeginsel. 

Als de eicel niet wordt bevrucht, kan de eicel niet uitgroeien tot een kiem. Het zaadbeginsel groeit dan niet uit tot een zaad.

Kiem

na bevruchting

Bevruchte eicel deelt

-> er ontstaat een kiem.

= Klein plantje dat ontstaat uit een bevruchte eicel door celdeling. 

Zaad

na bevruchting

Zaadbeginsel groeit

-> hieruit ontstaat zaad

= Deel van een plant dat de kiem en het reservevoedsel voor het kiemplantje bevat

Het resultaat zijn vruchten

vruchten

Een vrucht ontstaat uit een vruchtbeginsel van een stamper

Boven een vruchtbeginsel zit een stijl en een stempel

Zelfstandig werken

Wat: 1. Lezen + markeren 6.3 + 6.4

          2. Maak opdrachten in online boek: 6.3: 1, 5, 6, 7 + 6.4: 1, 4, 7

Hoe: Individueel

Hulp: De tekst

Klaar: 1. Maken samenvatting toetsweek

2. Oefenen onderdelen bloem

3. Oefenen insecten/windbloem

           

            

Volgende keer

Weektaak: 

Volgende les:

Herhaling pww

Bio

Lz. + mark. 6.3+6.4 blz. 

M. online: 6.3: 1, 5, 6, 7 + 6.4: 1, 4, 7

Leren voor toetsweek