sterven en rouw bij mensen met een verstandelijke handicap

Rouw en verlies bij mensen met een verstandelijke beperking
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BegeleidenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Rouw en verlies bij mensen met een verstandelijke beperking

Slide 1 - Slide

Programma
  • Welkom 
  • filmpje
  • leerdoelen
  • Theorie
  • Opdracht
  • Leerdoelen behaald?





Slide 2 - Slide

Iedereen is geboren
Iedereen gaat dood 
Iets wat belangrijk is om te beseffen in je werk

Slide 3 - Slide

Leerdoel
  • Je kan vertellen hoe je mensen met een verstandelijke beperking kunt begeleiden bij het rouwproces
  • je hebt inzicht hoe rouw zich kan uitten bij de doelgroep
  • inzicht in welke vaardigheden passend zijn om ondersteuning te bieden 

Slide 4 - Slide

Begeleiding bij rouw en verlies
Als het levenseinde bij een cliënt nadert, begeleid je de cliënt bij zijn sterven. Als persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg bied je goede stervenshulp. 


Slide 5 - Slide

Welke ervaring heb jij met verlies en rouw bij cliënten met een verstandelijke beperking?

Slide 6 - Mind map

Welke 5 fasen van rouw zijn er?

Slide 7 - Mind map

De vijf fases van het rouwproces volgens Kübler-Ross:
  • Ontkenning. Hierbij wil je de realiteit liever niet onder ogen zien. ...
  • Woede /boosheid. Als eenmaal tot iemand is doorgedrongen wat er daadwerkelijk gebeurd is, ontstaat er vaak een bepaalde boosheid. ...
  • Onderhandelen en vechten. wat als...
  • Verdriet en depressie. ...
  • Aanvaarding.

Slide 8 - Slide

Praktische vaardigheden
  • Communicatietechnieken: hoe bespreek je verlies op een begrijpelijke manier.
  • Het belang van rituelen en symbolen in het rouwproces
  • herkennen van rouwsignalen en gedragsverandering

Slide 9 - Slide

Praat open met de cliënt over de dood

Voor mensen met een lichte en matige verstandelijke beperking is het moeilijk een voorstelling te hebben van de dood. Het is daarom belangrijk hier met hen over te praten. Praat hierover als dat kan, bij voorkeur als er ‘afstand’ tot het onderwerp is. In het leven van alledag doen zich genoeg gelegenheden voor om bij dit onderwerp stil te staan. Er zijn boekjes beschikbaar die het onderwerp op een eenvoudige, maar niet kinderlijke manier aan de orde stellen.

Slide 10 - Slide

boekentips

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Link

Slide 14 - Link

Het gaat erom dat je er bent
Er wordt wel gezegd: ‘Ieder mens sterft zijn eigen dood.’ Dit geldt ook voor mensen met een verstandelijke beperking. Ieder mens heeft zijn eigen angsten en zijn eigen behoeften. Het allerbelangrijkste is dat je aanwezig bent. Het gaat er niet altijd om dat je iets zegt of doet, het gaat erom dat je er bent. 

Bedenk je daarbij dat het gehoor vaak tot het laatste moment goed functioneert, ook al is de cliënt nog zo ver heen, en ook al is er sprake van een (zeer) ernstige verstandelijke beperking. De toon waarop je iets zegt, kan hij ook horen. Het kan onrust en angst oproepen, of juist rust.


Slide 15 - Slide

Bewaak je eigen grenzen
Omdat stervensbegeleiding jouzelf als persoon raakt, is het belangrijk je eigen grenzen in de gaten te houden. Als bijvoorbeeld afgesproken wordt dat jullie om beurten bij een cliënt gaan waken en je durft dat (nog) niet, of je kunt dat (nu op dit moment) niet aan, wees daar dan eerlijk in.


Slide 16 - Slide

Begeleiden bij rouw
Als een vader, moeder, begeleider, medebewoner of goede vriend is overleden, dan moet je rouwen. Dat geldt ook voor mensen met een verstandelijke beperking. Wie niet goed rouwt, krijgt later vaak problemen.

Slide 17 - Slide

Afscheid nemen
Allereerst is het belangrijk dat de cliënt de gelegenheid heeft om afscheid te nemen van de overledene. Het gebeurt nog regelmatig dat de begrafenis of crematie geregeld wordt zonder de persoon met een verstandelijke beperking erin te betrekken. 

Slide 18 - Slide

Voorbeeld
Diny heeft een matige verstandelijke beperking. Ze woont, tot groot plezier van haarzelf en haar familie, al jaren in een woonvoorziening. Elke twee weken komt haar moeder, die al aardig op leeftijd is, bij Diny op bezoek. Ze zitten dan gezellig bij elkaar en hebben het goed. Op een dag krijgt de persoonlijk begeleidster van Diny een berichtje binnen van Diny’s broer: ‘Moeder is dood. En inmiddels begraven. Mijn broers en ik hebben Diny deze pijn niet willen aandoen.’ Ondertussen kijkt Diny enorm uit naar de komst van haar moeder. Nog maar twee onaangekruiste bolletjes ziet ze op de kalender. Dat betekent dat haar moeder over twee dagen weer komt. Ze gaat snel verder met haar breiwerk: een warme sjaal voor haar moeder.

Slide 19 - Slide

vragen
Waarom is het voor Diny belangrijk om wel afscheid te nemen? 
Waar kan een reden zijn dat de familie het Diny niet verteld heeft?
Hoe hadden ze Diny wel kunnen betrekken bij het verlies van moeder?

Slide 20 - Slide

Verlate rouwreactie
Cliënten met een verstandelijke beperking laten vaak een verlate rouwreactie zien. Ze kunnen zich meestal geen goede voorstelling maken van de dood. Ze willen er niet aan dat iemand echt nooit meer terug zal keren. Het is eerst zien, dan geloven. Dat betekent dat ze pas na maanden, soms pas na jaren doorkrijgen dat iemand echt nooit meer terugkeert. In eerste instantie reageren ze vaak nuchter, soms zelfs egocentrisch. Pas veel later komen rouwreacties naar boven. Het kan moeilijk zijn dan nog verband te zien met iets wat een tijd geleden is gebeurd.

Slide 21 - Slide

Eerlijke antwoorden
Mensen met een verstandelijke beperking kunnen soms heel directe vragen stellen naar aanleiding van een overlijdensbericht. Op deze vragen verdient de cliënt een eerlijk antwoord. Belangrijk is dat je aansluit bij zijn beleving. Soms weet je misschien niet wat te antwoorden. Moet je antwoorden wat je zelf gelooft of wat de cliënt gelooft? Veel mensen met een verstandelijke beperking hebben een simpel, maar vast geloof in God en daarmee in de hemel. Het meest respectvol is aan te sluiten bij de beleving van de cliënt, ook als je er zelf anders over denkt. Kost dit je te veel moeite, dan kun je het beste zeggen dat je het niet weet. Ook kun je de vraag terugspelen: wat denk jij?

Slide 22 - Slide

Organiseer een afscheid
Als het niet mogelijk is dat de cliënt de begrafenis of crematie bijwoont, zorg dan dat hij op een andere manier afscheid kan nemen. Werk je met oudere cliënten, dan kan het een goed idee zijn om een vast ritueel in te stellen. Je zet bijvoorbeeld op de stoel van de overleden cliënt zijn foto neer, samen met tekeningen van de andere cliënten. Een afscheidsritueel kan ook een ‘herdenkingsdienst’ zijn. Je draait bijvoorbeeld muziek die past bij de smaak van de overledene. Iedereen die dat wil en/of kan, vertelt om de beurt wat hij zich herinnert van de overledene. Je kunt ook ruimte bieden aan de cliënten om iets aan de overledene te geven. Begeleiders kunnen dan tekeningen en bloemen meenemen naar de crematie of begrafenis, als cliënten dit afscheid zelf niet kunnen bijwonen.

Slide 23 - Slide

cases
Welke ondersteuning/interventies kunnen jullie bieden?

Slide 24 - Slide

Leerdoel behaald?
  • Je kan vertellen hoe je mensen met een verstandelijke beperking kunt begeleiden bij het rouwproces

Slide 25 - Slide

Wat vonden jullie van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll