DOEL: aanzetten tot actief, kritisch en waarderend kijken
Intern referentiekader en de kwaliteit van het creatieve proces
Vragen naar de manier waarop te werk is gegaan en de motieven voor de keuzes die bepalend zijn geweest bij het werk zie pg. 135-136
7.2 vragen naar een mening over een werkstuk
7.2 De beoordeling begint zo gauw er evaluerend, dus waarderend, wordt gekeken naar de kwaliteit van het beeldend werk. Emotionele betrokkenheid - vrijblijvende aangelegenheid? - inspanning wil je waarderen - noodzakelijk voor de beeldende ontwikkeling.
7.1 Kijkwijzer bij de nabeschouwing
De functie van nabeschouwen voor de leerlingen.
Nabeschouwen met een Kijkwijzer op pg 132
Slide 4 - Slide
CP & PGO nader bekeken
werkvorm:
30 min in duo's 2 x 15 min, dus 4 x ieder 7 min
Je persoonlijke onderzoeksvraag bevat de verplichte begrippen:
procesgerichte didactiek & wereldwijsheid
Je eerste twee deelvragen zijn meestal beschrijvende vragen die je in je theoretisch kader kunt beantwoorden. De volgende deelvragen beantwoord je door middel van analyses in je resultaten. Je hoofdvraag beantwoord je pas in je conclusie.
Onderzoekbaarheid en multiperspectiviteit
Haalbaarheid en specifiteit
de verkenning
waar gaat het over? welke vooroordelen zitten er aan vast?wat is de doelgroep? wat zou ik willen vertellen en hoe doe ik dat? Wat denk ik bij mezef te ontwikkelen?
de verdieping
waarom heb ik geroepen wat ik geroepen heb?
waar komen associaties, affiniteit, beelden en oordelen vandaan?
wat zou ik willen weten en hoe doe ik dat? hoe zien mijn ontwikkelingswensen eruit?
welke vaardigheden en kennis denk ik nodig te hebben?
Slide 5 - Slide
CP & PGO nader bekeken
daarna zelfstandig werken aan een zelfgekozen beeldende opdracht