Habla en español con tu compañero:
1. ¿qué pasó en capítulo 2/3?
2. ¿qué te gusta del libro, y qué no?
3. habla en holandés de tu reflexión ->
a. wat vind je moeilijk/makkelijk
b. hoe pak je het aan
c. wie/wat zou jou kunnen helpen om het boekje beter te begrijpen
d. welke voornemens heb je voor het vervolg?
ATENCIÓN: Zorg dat je de samenvattingen en vragen hebt
bijgewerkt t/m hoofdstuk 3 + zet je reflectie in je document.