6 februai - meewerkend voorwerp

Welkom!
Lezen
Nakijken
Meewerkend voorwerp
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Lezen
Nakijken
Meewerkend voorwerp

Slide 1 - Slide

Nakijken Cursus 5 Grammatica par. 6 opdracht 1 t/m 5 en par. 7 opdracht 1 t/m 3

Slide 2 - Slide

Herhalen.....

Slide 3 - Slide

Hoe verdeel je een zin in zinsdelen?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Woorden zijn samen een zinsdeel als ze bij elkaar blijven als je de zin verandert.
De goede vrienden hebben een rondje in het park gelopen.
Hebben de goede vrienden een rondje in het park gelopen?
De goede vrienden hebben in het park een rondje gelopen.

Slide 6 - Slide

We kennen nu het ow, pv, wwg, lv en nu.....

Slide 7 - Slide

Meewerkend voorwerp

Slide 8 - Slide

Meewerkend voorwerp
Die persoon uit de zin, waar je "VOOR of AAN"  vóór
kunt zetten. Of: Je kunt "VOOR of AAN" weglaten.

Klaas gaf haar een ijsje.

Slide 9 - Slide

Mijn moeder heeft mijn oma een nieuwe jas gegeven.
mijn oma =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 10 - Quiz

Wie heeft gisteren mijn konijn eten gegeven?
Wie =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 11 - Quiz

Wie heeft gisteren mijn konijn eten gegeven?
Mijn konijn =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
werkwoordelijk gezegde

Slide 12 - Quiz

Maak OP FLUISTERTOON Cursus 5 Grammatica par. 8 opdracht 1 t/m 4, par. 9 opdracht 1 t/m 4,

Slide 13 - Slide