§4.1 Organismen ordenen

§4.1 Organismen ordenen
Nieuw thema

Boeken/laptops dicht op tafel
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

§4.1 Organismen ordenen
Nieuw thema

Boeken/laptops dicht op tafel

Slide 1 - Slide

Planning
Absentie
voorkennis
Uitleg basisstof §4.1
Opdrachten maken
Evaluatie 

Slide 2 - Slide

Wat is ordenen?
  • Je kan organismen indelen in verschillende groepen dit noem je ordenen.

  • Bij kijken we naar kenmerken.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
1. Je kunt organismen indelen door te kijken naar gemeenschappelijke kenmerken.
2. Je kunt kenmerken noemen van de cellen van bacteriën, schimmels, planten en dieren.
3. Je kunt uitleggen wanneer organismen tot dezelfde soort behoren.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Kenmerken van cellen

eencellig of meercellig

Celwand
Celkern
Bladgroenkorrels
relatieve grootte
1100x
20000x
900x
600x

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Ordenen
Biologen hebben een indeling van alle organismen gemaakt in steeds kleinere groepen.

Slide 9 - Slide

Soort
Soorten kunnen vruchtbare nakomelingen krijgen


Slide 10 - Slide

Indische en Afrikaanse olifant
Kunnen geen nakomelingen krijgen.

Zijn ze dan dezelfde soort?

Slide 11 - Slide

Maken
Opdracht 1 t/m 7 vanaf blz.230


Klaar? maak test jezelf opdracht online


timer
25:00

Slide 12 - Slide


Welke rijken zijn er?
timer
0:30
A
bacteriën, schimmels, mens, dier
B
mens, schimmels, planten, bacteriën
C
planten, bacteriën, schimmels, dier
D
planten, bacteriën, schimmels

Slide 13 - Quiz


Wat heeft een bacterie niet en een dier wel?
timer
0:30
A
celwand
B
celkern
C
celmembraan
D
cytoplasma

Slide 14 - Quiz


Wat is een eencellige schimmel?
timer
0:30
A
champignon
B
paddenstoel
C
gist
D
zowel a,b als c

Slide 15 - Quiz

Bij welk rijk hebben de organismen cellen met de kenmerken?
timer
1:00
A
dieren
B
planten
C
schimmels
D
bacterien

Slide 16 - Quiz

Welke kenmerken hebben alle cellen?
timer
0:30
A
celkern
B
cytoplasma
C
celwand
D
celmembraan

Slide 17 - Quiz

In microscopische preparaten lijken de cellen van de zeeslak na het opnemen van de chloroplasten op de cellen van de algen. Met welk kenmerk kan men de cellen van de zeeslak na het opnemen van de chloroplasten onderscheiden van cellen van de algen?
timer
1:00
A
Slakkencellen hebben geen kern
B
Slakkencellen hebben geen celwand
C
Slakkencellen hebben mitochondriën
D
Slakkencellen hebben chloroplasten

Slide 18 - Quiz

Een bacteriecel is veel kleiner dan de cel van een schimmel. Dit noem je de;
timer
0:30
A
werkelijke grootte
B
verhoudingsgrootte
C
relatieve grootte
D
wiskundige grootte

Slide 19 - Quiz