Les 1 en 2

1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Planning

Lesuur 1

Uitleg 4.1

Maken opdrachten en nakijken

Lesuur 2

Uitleg 4.2

Maken opdrachten en nakijken

Afsluitende check

Slide 5 - Slide

Celkern
  • In de celkern ligt de informatie voor erfelijke eigenschappen.
  • Die informatie ligt in de chromosomen (genotype)
  • Chromosomen bestaat uit DNA
  • lichaamscel heeft 23 paar chromosomen

Slide 6 - Slide

Eigenschappen erf je (genotype)

Slide 7 - Slide

Hoe ontstaat het genotype?

  • Zaadcel met 23 chromosomen van vader + met eicel met 23 chromosomen = bevruchte eicel. 
  • Genotype staat vast
  • gewone celdeling...... elke cel zelfde genotype

Slide 8 - Slide

Variatie in genotypen
Wat is waar?
A
Ontstaan door verandering in het fenotype
B
Ontstaan in de nakomelingen door geslachtelijke voortplanting

Slide 9 - Quiz

Hoe ontstaat het fenotype?
  • Alle informatie uit het genotype+ invloeden uit het milieu
  • Je kan je fenotype veranderen, je genotype ....

Slide 10 - Slide

Fenotype
-Je fenotype komt tot stand door je genotype en de invloeden vanuit het milieu.

Slide 11 - Slide

Welk van onderstaande eigenschap heeft te maken met het fenotype?
A
Blond geverfd haar
B
Kort geknipt haar
C
Rossig haar
D
Zowel A, B als C

Slide 12 - Quiz

Welke stelling is juist?
A
Fenotype = genotype + milieu
B
Milieu = genotype + fenotype
C
Genotype = fenotype + milieu

Slide 13 - Quiz

Welke van de twee kan je in je leven veranderen?
A
Genotype
B
Fenotype

Slide 14 - Quiz

0

Slide 15 - Video

46 chromosomen in paren van 2

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Hoeveel chromosomen komen voor in een lichaamscel van een mens?
A
23
B
46

Slide 18 - Quiz

Hoeveel geslachtschromosomen komen voor in een lichaamscel van een mens?
A
1
B
2

Slide 19 - Quiz

Hoeveel chromosomen komen voor in een geslachtscel van een mens?
A
23
B
46

Slide 20 - Quiz

Hoeveel geslachtschromosomen komen voor in een geslachtscel van een mens?
A
1
B
2

Slide 21 - Quiz

Kan een eicel een X-chromosoom bevatten?
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quiz

Kan een eicel een y-chromosoom bevatten?
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quiz

Kan een zaadcel een x-chromosoom bevatten?
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quiz

Kan een zaadcel een y-chromosoom bevatten?
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quiz

Een geslachtscel bevat een Y-chromosoom. Wat voor geslachtscel kan dit zijn?
A
zaadcel
B
eicel
C
zaadcel en eicel

Slide 26 - Quiz

Een geslachtscel bevat een X-chromosoom. Wat voor geslachtscel kan dit zijn?
A
zaadcel
B
eicel
C
zaadcel en eicel

Slide 27 - Quiz

aan de slag

Maken opdracht 4 t/m 7

en nakijken


Klaar?

Laat controleren en dan tijd voor jezelf.

Slide 28 - Slide