Economie klas 3 H3.1 Bronnen van inkomen

1 / 12
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Overdrachtsinkomen
= inkomen waar geen tegenprestatie voor nodig is.
Voorwaarden:
- kosten maken waar de toeslag voor bedoeld is (bijv. huur of zorg)
- omstandigheden waarvoor de tegemoetkoming is (bijv. kinderen of studie)
- niet te veel verdienen of teveel vermogen hebben

Slide 5 - Slide

Overdrachtsinkomsten / tegemoetkomingen
Kinderbijslag
  • Kinderen kosten veel geld (gemiddeld een huis per kind)
  • Voor kinderen tot maximaal 18 jaar.
  • Ouders/verzorgers krijgen elk kwartaal kindergeld ongeacht hun inkomen.
  • Betaald met belastinggeld

Slide 6 - Slide

Overdrachtsinkomsten / tegemoetkomingen
STUDIEFINANCIERING
  • Voor scholieren en studenten vanaf 18 jaar.
  • Basisbeurs voor iedereen
  • Aanvullende beurs bij laag loon ouders

Slide 7 - Slide

Overdrachtsinkomsten /toeslagen
Huurtoeslag
  • Iedereen heeft recht op eenvoudig onderdak.
  • Alleen als een te groot deel van je inkomen naar huur gaat.
  • Betaald met belastinggeld

Slide 8 - Slide

Overdrachtsinkomsten/ toeslagen
Zorgtoeslag
  • Zorgverzekering is verplicht. Hiervoor betaal je een premie.
  • Wie een laag inkomen heeft, heeft recht op een tegemoetkoming; de zorgtoeslag

Slide 9 - Slide

Overdrachtsinkomsten/ sociale uitkeringen
Bijstandsuitkering
Iedereen heeft recht op het sociaal minimum
  • Dit is het inkomen waarvan je moet kunnen leven.
  • Een alleenstaande zonder kinderen heeft minder nodig dan een alleenstaande met kinderen.
  • De bijstand is een uitkering voor mensen onder het sociaal minimum. Je mag dan niet te veel spaargeld hebben en bent verplicht om regelmatig te solliciteren.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide