Thematoets Stevigheid en beweging KGT

Thematoets Stevigheid & Beweging KGT
1 / 39
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Thematoets Stevigheid & Beweging KGT

Slide 1 - Slide

Wat is een ander woord voor skelet?

Slide 2 - Open question

Uit welke 3 delen bestaat het lichaam?

Slide 3 - Open question

Welk deel van het lichaam wordt hier aangegeven?

Slide 4 - Open question

Een ander woord voor botten is.........

Slide 5 - Open question

Wat is een ander woord voor wervelkolom?

Slide 6 - Open question

Welke vorm heeft de wervelkolom?
A
s-vorm
B
dubbele e-vorm
C
dubbele s-vorm

Slide 7 - Quiz

Waaruit bestaat de wervelkolom?
A
wervels
B
wervels, heiligbeen
C
wervels, staartbeen,borstbeen
D
wervels, heiligbeen,staartbeen

Slide 8 - Quiz

Wat zit er tussen de wervels?

Slide 9 - Open question

Wat wordt er beschermd door onze borstkas
A
maag en nieren
B
hart en longen
C
hersenen
D
darmen en maag

Slide 10 - Quiz

Welke functies heeft ons skelet?
A
vormgeven, bescherming, stevigheid
B
vormgeven, stevigheid, beweging
C
beweging, vormgeven,stevigheid,bescherming

Slide 11 - Quiz

Waaruit bestaan botten?

Slide 12 - Open question

Zit er in de botten van bejaarden meer lijmstof?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quiz

Zit er in de botten van baby's meer kalk?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

Met welke verbinding zit de onderkaak vast aan de schedel?
A
naad
B
vergroeid
C
gewricht
D
kraakbeen

Slide 15 - Quiz

Hoe zitten de wervels aan elkaar vast?
A
naad
B
gewrichten
C
kraakbeen
D
vergroeid

Slide 16 - Quiz

Hoe zitten de ribben vast aan het borstbeen?
A
kraakbeen
B
gewrichten
C
vergroeid
D
naden

Slide 17 - Quiz

Hoe zitten de botjes van de vingers aan elkaar vast?
A
naden
B
kraakbeen
C
vergroeid
D
gewrichten

Slide 18 - Quiz

Hoe zitten de armen vast aan de schouder?
A
gewrichten
B
naden
C
kraakbeen
D
vergroeid

Slide 19 - Quiz

Hoe zit het staartbeen vast aan het heiligbeen?
A
naden
B
vergroeid
C
kraakbeen
D
gewrichten

Slide 20 - Quiz

Waar bestaan spieren uit?
A
Pezen
B
Spiervezels
C
Vlies

Slide 21 - Quiz

Waar kan je lichaam door bewegen
A
Alleen door botten
B
Door botten en spieren samen
C
Alleen door spieren

Slide 22 - Quiz

Waarmee zit een spier vast aan een bot?

Slide 23 - Open question

Als de armbuigspier samentrekt wordt hij:
A
langer en dunner
B
langer en dikker
C
korter en dikker
D
korter en dunner

Slide 24 - Quiz

Nummer 6 is............
A
onderkaak
B
bovenkaak
C
neusbotjes

Slide 25 - Quiz

Nummer 1 noemen we............
1
A
sleutelbeen
B
schouderblad
C
ribben
D
borstbeen

Slide 26 - Quiz

Je opperarmbeen is aangegeven met......
2
3
4
5
A
nummer 2
B
nummer 3
C
nummer 4
D
nummer 5

Slide 27 - Quiz

Je wervels
zijn aangegeven met......
2
3
4
5
A
nummer 2
B
nummer 3
C
nummer 4
D
nummer 5

Slide 28 - Quiz

Hoe noemen we nummer 1?
1
A
heupbeen
B
heupen
C
dijbeen
D
opperbeen

Slide 29 - Quiz

Met welk nummer is je spaakbeen aangegeven?
1
2
3
A
nummer 1
B
nummer 2
C
nummer 3

Slide 30 - Quiz

Wat is een antagonist?
A
een spier met een tegengestelde werking
B
een spier met dezelfde werking
C
allemaal pezen bij elkaar

Slide 31 - Quiz

Wat is de antagonist van de biceps?
A
armbuigspier
B
armstrekspier

Slide 32 - Quiz

Wat is de antagonist van de triceps?
A
armbuigspier
B
armstrekspier

Slide 33 - Quiz

Hoe noemen we nummer 3?
A
gewrichtskom
B
gewrichtskogel
C
kraakbeen
D
gewrichtssmeer

Slide 34 - Quiz

Hoe noemen we nummer 5?
A
gewrichtskogel
B
gewrichtskom
C
gewrichtssmeer
D
kraakbeen

Slide 35 - Quiz


Wat voort soort blessure zie je hiernaast?
A
Een breuk
B
Een verzwikking
C
Kraakbeen disruptie
D
Een ontwrichting

Slide 36 - Quiz

Tot welk type blessure hoort een blauwe plek?
A
kneuzing
B
ontsteking
C
spierscheuring
D
verzwikking

Slide 37 - Quiz

Wat voor blessure hoort bij 'een gebroken been'?
A
ontwrichting
B
botbreuk
C
kneuzing
D
verzwikking

Slide 38 - Quiz

Blessure aan gewrichten. Hoe noem je dit ook wel?
A
Spierblessure
B
Botbreuk
C
Verzwikking
D
Kneuzing

Slide 39 - Quiz