5.5 Gedrag

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Thema 5, basisstof 5

Gedrag

Boeken en laptop op tafel, start lesson up vast op

Wat gaan we doen?

• Herhalen 5.4
• Lezen 5.5
• Uitleg 5.5
• Aan de slag

Welk onderdeel van het zenuwstelsel is geen onderdeel van het centraal zenuwstelsel

1. Ruggenmerg
2. Grote hersenen
3. Hersenstam
4. Zenuwen

Zenuwen (en dus ook zenuwcellen) vervoeren ....

1. prikkels
2. impulsen

bundel uitlopers van zenuwcellen omgeven door een beschermende laag

onderdeel van een zenuwcel dat impulsen van en naar het cellichaam geleidt

het centrale zenuwstelsel en de zenuwen

cellen die in hun geheel in het centrale zenuwstelsel liggen

Uitloper

zenuwstelsel

schakelcellen

zenuw

De reflexboog van je knie reflex gaat via ....

1. het ruggenmerg
2. de hersenstam
3. de kleine hersenen
4. de grote hersenen

Nakijken 

5.4: 1 t/m 9 en begrippenlijst blz 110

Aan het einde van de les...

- Kun je uitleggen wat gedrag is

- Kan je uitleggen waardoor gedrag wordt bepaald

- Kan je het verschil tussen observatie en interpetatie van gedrag benoemen

lezen 5.5

Wat: lees basisstof 5.5 op blz 118

Hoe: In stilte voor jezelf
Tijd: 10 minuten
Klaar: begin aan de begrippenlijst of maak opdracht 1 t/m 3

Leg in eigen woorden uit wat gedrag is.

Gedrag

Alles wat we doen,
noemen we gedrag. 

We reageren op prikkels.

Bewust gedrag

Ga je door rood fietsen, of wacht

je?

Gedrag waar we over nadenken,

is bewust gedrag. 

Reageren op een prikkel is een

respons. Je fietst, of je wacht.

Wat is een inwendige en uitwendige prikkel?

MOTIVATIE

Veel motivatie = respons

Weinig motivatie = geen respons

Aangeboren en aangeleerd

Menselijk gedrag

Nadenken

Normen en waarden

Menselijk gedrag

Normen: Gedragsregels die we belangrijk vinden, zoals niet stelen.

Waarden: Dingen die we belangrijk vinden in het leven, zoals respectvol naar elkaar zijn en eerlijk.

Observatie & Interpretatie

Observatie: Feitelijk gedrag dat je waarneemt. 

Interpretatie: Wat jij denkt dat dit gedrag betekent. 

Aangeboren gedrag is gedrag dat je zelf al kan, zonder het te moeten leren

1. klopt
2. klopt niet

Gedrag wordt veroorzaakt door?

1. inwendige prikkers
2. uitwendige prikkels
3. zowel inwendig als uitwendige prikkels

Wat is motivatie?

1. De bereidwilligheid om een gedrag uit te voeren
2. De opeenstapeling van prikkels die leiden tot bepaald gedrag
3. De som van alle inwendige en uitwendige prikkels
4. Het vermogen om een gedrag uit te voeren

Aan de slag

Wat: Maak opdracht 1 t/m 4 en 6 t/m 9 van 5.5 op je laptop

Hoe: Op je laptop voor jezelf

Hulp: De persoon naast je, je boek, de docent

Klaar: Maak de begrippenlijst
Daarmee klaar? Maak de test jezelf
Ook mee klaar? Oefenen op biologiepagina.nl

Aan het einde van de les...

- Kun je uitleggen wat gedrag is

- Kan je uitleggen waardoor gedrag wordt bepaald

- Kan je het verschil tussen observatie en interpetatie van gedrag benoemen

Volgende les

Huiswerk: 1 t/m 4 en 6 t/m 9 + begrippenlijst van 5.5

Volgende les: Regeling