2AG woordsoortbenoeming BLOK 3: vragend en onbepaald voornaamwoord

Voornaamwoorden:
vragend en onbepaald
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Voornaamwoorden:
vragend en onbepaald

Slide 1 - Slide

Vragend voornaamwoord
  • Wie
  • Wat
  • Welke
  • Wat (voor een)

Slide 2 - Slide

Onbepaald voornaamwoord
  • verwijst vaag naar iets/iemand: 
  • IETS - NIETS - ALLES
  • IEMAND - NIEMAND - IEDEREEN-MEN  
  • IEDER - ELK(E)
  • MENIG(E) - MENIGEEN (niet in jullie lesboek)

Slide 3 - Slide

Wat doe jij op vrijdag?
'Wat' is een...
A
vragend voornaamwoord
B
onbepaald voornaamwoord

Slide 4 - Quiz

Vertel jij wat aan je moeder?

'Wat' is een....
A
onbepaald voornaamwoord
B
vragend voornaamwoord

Slide 5 - Quiz

Ik vind deze opdracht best lastig.
'Deze' is een...
A
aanwijzend voornaamwoord
B
vragend voornaamwoord
C
bijwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Quiz

Wat zijn de onbepaalde voornaamwoorden?

In de zomer gaat men graag naar het strand. Niet iedereen houdt van zand in al zijn spullen dus wordt er vaak een strandstoel gehuurd. Smeer je flink in met wat goede zonnebrandolie! Iemand die dat niet doet, verbrandt snel! Smeer op alle plekken die aan de zon blootgesteld worden, dus ook op je rug en je gezicht.

Slide 7 - Slide

Antwoorden van: wat zijn de onbepaalde voornaamwoorden?

In de zomer gaat men graag naar het strand. Niet iedereen houdt van zand in al zijn spullen dus wordt er vaak een strandstoel gehuurd. Smeer je flink in met wat goede zonnebrandolie! Iemand die dat niet doet, verbrandt snel! Smeer op alle plekken die aan de zon blootgesteld worden, dus ook op je rug en je gezicht.

Slide 8 - Slide

Wat eet jij het liefst?
'Wat' is een...
A
aanwijzend voornaamwoord
B
betrekkelijk voornaamwoord
C
vragend voornaamwoord

Slide 9 - Quiz

Alles door elkaar:

- Aanwijzend voornaamwoord
-betrekkelijk voornaamwoord
-vragend voornaamwoord
-onbepaald voornaamwoord
--> zie quiz-->

Slide 10 - Slide

Het lekkerste wat ik ooit heb geproefd, is chocolademousse.
wat =
A
vragend voornaamwoord
B
betrekkelijk voornaamwoord
C
aanwijzend voornaamwoord

Slide 11 - Quiz

Als ‘wat’ gebruikt wordt in de betekenis van iets/een beetje’, is ‘wat’ een onbepaald voornaamwoord.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Zegt iedereen dat je een 10 hebt gehaald?
iedereen =
A
vragend voornaamwoord
B
onbepaald voornaamwoord
C
persoonlijk voornaamwoord

Slide 13 - Quiz

Weet jij al wat je meeneemt?
wat=
A
onbepaald voornaamwoord
B
vragend voornaamwoord
C
betrekkelijk voornaamwoord

Slide 14 - Quiz