Comva les 5 en 6

1 / 49
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Inhoud
  • feedback geven over opdracht van vorige week
  • Luisteren
  • Niet luisteren
  • Opdracht 11
  • Belang van goed luisteren

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Zoë

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

feedback geven 
- bel elkaar via Teams
- open het spel waaraan je gekoppeld bent als groep 
- lees het door alsof je dit spel ook echt vandaag zou moeten uitvoeren.
- is de opdracht duidelijk? kun je er direct mee aan de slag?
- wat vind je van de layout, achtergrondinfo, doel etc?
- zet als groep opbouwende feedback (nette zinnen, duidelijke boodschap, positief) onder elkaar
- geef dit door aan de groep van het spel
timer
10:00

Slide 7 - Slide

feedback over het spel

Slide 8 - Open question

Horen is een geluid waarnemen.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Niet-luisteren
Veel vormen van niet luisteren hebben te maken met het teveel met jezelf bezig zijn. Mensen zijn in staat om 300 woorden per minuut te begrijpen. Maar als spreker gebruik je maar 100 tot 140 woorden per minuut. Je hebt als luisteraar dus tijd en aandacht over. 


Slide 11 - Slide

niet luisteren, hoe merk je dat?

Slide 12 - Mind map

Slide 13 - Slide

Opdracht 11
•Schrijf op welke vormen van niet-luisteren in het filmpje naar voren komen
•Schrijf op wat de reacties van de vrouw in het filmpje met jou zouden doen
•Zoek op en schrijf op: Wat is een referentiekader?
timer
9:00

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Wat is het verschil tussen horen en luisteren?

Slide 21 - Open question

Voorbeelden van niet-luisteren

Slide 22 - Mind map

Slide 23 - Slide

Opdracht 12
Pak je boek communicatie en lees op pagina 67 voorbeeld ‘goed luisteren’.

Schrijf op:
•Wat vind je van de reactie van de pedagogisch werker?
•Wat vind je van de gedachtegang van Jesse?
timer
3:00

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

actieve luisterhouding

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Opdracht 13
Empathie tonen betekent meelevend reageren. Je verplaatst je in de ander en voelt met diegene mee. 

•Schrijf op of jij vindt dat er in het filmpje met voldoende empathie wordt gereageerd en waarom.

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

voor de toets in P-week
Hoofdstuk 1, 2, 4 en 14

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Gedrag
Gedrag = Alle activiteiten van een persoon die anderen kunnen waarnemen. Zoals: lopen, slapen, praten, lachen en huilen.

Gedrag wordt bepaald door erfelijke factoren en leerprocessen. Kinderen leren van ouders, doen andere kinderen na en door belonen/straffen gaan ze bepaald gedrag vaker of minder vertonen.

Slide 37 - Slide

Gedrag vertoont grote overeenkomsten door:
1. Cultuur. 
Opvoeding wordt van generatie op generatie doorgegeven. Het gezin en de sociale klasse spelen hierin een grote rol. 
Cultuur = het geheel van normen, waarden, opvattingen en gewoonten binnen een bepaalde groep of samenleving

2. De mens (dus een kind ook) is een sociaal wezen. 
Mensen hebben de behoefte bij een groep te willen horen, zich te verbinden. Je gedrag aanpassen is de ideale manier om bij een bepaalde groep te horen. 

Slide 38 - Slide

Mensen willen/moeten op elkaar lijken omdat:
  1. Ze gemeenschappelijke, erfelijke eigenschappen bezitten.
  2. Tot hetzelfde volk behoren.
  3. In dezelfde omgeving leven.
  4. Een bepaalde functie hebben.

Dit geeft een gevoel van veiligheid, erbij willen horen.

Slide 39 - Slide

Opdracht 14
Marieke vindt het belangrijk dat mensen die ouder zijn dan zij met U worden aangesproken. Marieke haar klasgenoot ontmoet Mariekes oma en zegt; ‘wat leuk om je te ontmoeten’! 

Schrijf op:
•Hoe zou Marieke kunnen reageren? Wat is haar antwoord?
•Hoe heeft wat jij belangrijk vindt effect op jouw gedrag?
•Heb jij bepaalde verwachtingen van andermans gedrag? Leg uit
timer
4:00

Slide 40 - Slide

Persoonlijkheid
Persoonlijkheid = het totaal aan eigenschappen dat iemand kenmerkt, waardoor deze persoon verschilt van andere mensen.

We hebben de neiging om mensen in hokjes te plaatsen. Zoals een gezellige dikkerd of magere heks. Een doener of een denker.

Slide 41 - Slide

Type mensen

Slide 42 - Mind map

Slide 43 - Video

Opdracht 15
Schrijf in twee minuten tijd zoveel mogelijk type mensen op.
timer
2:00

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Opdracht 16
Kamil zit naast jou in de klas en je merkt aan hem dat hij de hele ochtend al discussies aan gaat. Na 3 vervelende opmerkingen die aan jou gericht zijn ben je het zat, je zegt; ‘Kamil, nu moet je eens even stoppen met je chagrijnige gedoe’.

•Hoe had je anders kunnen reageren? 
timer
2:00

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Je bent introvert als je...
A
Houdt van rumoer om je heen
B
Houdt van voorspelbaarheid
C
Houdt van op de voorgrond staan
D
Houdt van grote groepen mensen

Slide 48 - Quiz

vragen?
Fijne vakantie alvast!!

Slide 49 - Slide