Herhaling de bloedsomloop

Herhalingsles Bloedsomloop
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhalingsles Bloedsomloop

Slide 1 - Slide

Huiswerk
Havo: opdracht 1 t/m 4 van bs 4 en bs 5
VWO: opdracht 9 bs 2 + opdracht 5 + 7 bs 3

Slide 2 - Slide

Vergelijk het bloed in een slagader met het bloed in ader van een actieve spier. In welk bloedvat heeft het bloed de hoogste temperatuur?
A
Ader
B
Slagader

Slide 3 - Quiz

Vergelijk het bloed in een slagader met het bloed in ader van een actieve spier. In welk bloedvat heeft het bloed het hoogste glucosegehalte?
A
Ader
B
Slagader

Slide 4 - Quiz

Vergelijk het bloed in een slagader met het bloed in ader van een actieve spier. In welk bloedvat heeft het bloed het hoogste CO2 gehalte?
A
Ader
B
Slagader

Slide 5 - Quiz

Vergelijk het bloed in een slagader met het bloed in ader van een actieve spier. In welk bloedvat heeft het bloed het hoogste O2 gehalte?
A
Ader
B
Slagader

Slide 6 - Quiz

Slagader
Ader
Naar het hart toe
Van het hart af
Dikke gespierde wand
Niet zo'n gespierde wand
Overal kleppen
Kleppen bij het hart
Bloed stroomt snel
Bloed stroomt langzaam

Slide 7 - Drag question

Leverslagader
Poortader
Leverader
Voedingsstofrijk
Zuurstof-rijk
Naar het hart
Vanaf het hart
Zuurstof-arm
Zuurstof-arm

Slide 8 - Drag question

Van welke grootheden is de waarde in het begin van de longslagader en in het begin van de aorta vrijwel gelijk?
A
Aantal rode bloedcellen/ml bloed
B
Bloeddruk
C
Hoeveelheid bloed per minuut
D
Koolstofdioxidegehalte van het bloed

Slide 9 - Quiz

fase 3: hartpauze ontspanning boezems en kamers.
fase 1: samentrekken van de boezems.
fase 2: samentrekken van de kamers.

Slide 10 - Drag question

In welke tekeningen zie je de kleppen in een stand die tijdens een normale hartslag voorkomt?
A
tekening 1
B
tekening 2
C
tekening 3
D
tekening 4

Slide 11 - Quiz

De nieren zijn heel belangrijk. Wat doen zij?
A
zuiveren het bloed
B
regelen het vochtgehalte in het lichaam
C
voeren afvalstoffen af
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 12 - Quiz

Verbind de juiste namen bij de onderdelen van de nier.
Nierschors
Urineleider
Nierslagader
Nierbekken
Nierader
Niermerg

Slide 13 - Drag question


Waar wordt de urine in de nieren tijdelijk opgeslagen?

A
Niermerg
B
Nierbekken
C
Urineleiders
D
Urineblaas

Slide 14 - Quiz

Bij een nierbekkenontsteking is de wand van een nierbekken ontstoken. Dit kan worden veroorzaakt door bacteriën die via de urinewegen van buiten in het lichaam zijn gekomen. Door welke vier delen zijn deze bacteriën achtereenvolgens gegaan?
Urineleider
Urinebuis
Urineblaas
Nierbekken

Slide 15 - Drag question

Hoe heten de uitsteeksel aan de buitenkant van een virus waar het immuunsysteem op reageert?
A
Antistoffen
B
Fagocyten
C
Antigenen
D
Immuniteit

Slide 16 - Quiz

Bekijk de afbeelding
Het immuunsysteem reageert anders na een secundaire infectie.

Welke conclusie kan NIET uit dit diagram getrokken worden?
A
Het duurt langer na een secundaire infectie voordat er antistoffen worden geproduceerd
B
Na een secundaire infectie komt blijft de antistof-concentratie langer op peil
C
Er worden na een secundaire infectie meer antistoffen geproduceerd

Slide 17 - Quiz

Janne en Boaz hebben een discussie over allergische reacties.
Janne zegt: ‘Allergische reacties kunnen niet ernstiger worden naarmate het lichaam vaker in contact komt met de stof waar je allergisch voor bent.’
Boaz zegt: ‘Wanneer je een allergische reactie krijg, reageert je immuunsysteem op een stof waar je overgevoelig voor bent.’
Wie heeft of wie hebben er gelijk?

A
Alleen Janne
B
Alleen Boaz
C
Janne en Boaz hebben allebei gelijk
D
Boaz en Janne hebben geen van beiden gelijk

Slide 18 - Quiz

Werking immuunsysteem (zet in de juiste volgorde)
de ziekteverwekker dringt binnen
witte bloedcel herkent de verwekker

witte bloedcel maakt antistof aan
antistof hecht zich aan de antigenen

ziekteverwekker wordt onschadelijk gemaakt

Slide 19 - Drag question

Hartinfarct
Slagaderverkalking
Herseninfarct
Te hoge bloeddruk
Sleep de afbeeldingen naar de juiste hart-en vaatziekte

Slide 20 - Drag question

Hoe kun je hart- en vaatziekten voorkomen?
WEL doen

NIET doen
roken
ontspannen
lichaamsbeweging
weinig alcohol
veel verzadigd vet
stress

Slide 21 - Drag question

Gebruik basisstof 6 om antwoorden te vinden

Hart en vaatziekten

                                       ontstaat doordat de wanden van slagaders beschadigd raken. Het lichaam wil deze beschadigingen dan gaan                                        . Dan kunnen er verschillende stoffen samenklonteren op deze plekken dit zijn                                         en                               .        hierdoor worden slagaders steeds                                De belangrijkste stof die dit veroorzaakt is                                        , deze stof zit van nature in ons bloed maar kan te hoog worden,                                        is een van de factoren. Uiteindelijk zal een slagader door het afzetten van steeds meer stoffen                                         raken. De gevolgen hiervan kunnen groot zijn. Weefsels en organen kunnen slechter werken omdat ze geen                                        en                                        meer krijgen.
Als dit gebeurt bij het hart, kan dit voor nog grotere problemen zorgen. Tijdens een                                         raakt een deel van de                                         van het hart verstopt, Hierdoor kan een deel van het hart  

slagaderverkalking
herstellen
witte bloedcellen
vetachtige stoffen
nauwer
cholesterol
Ongezond eten
verstopt
Voedingstoffen
Zuurstof
hartinfarct
krans(slag)ader
afsterven

Slide 22 - Drag question

Lesopdracht bij 
voldoende tijd
filippine puzzel

Slide 23 - Slide