This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Oefenen met de volgende woordsoorten:
- aanwijzend voornaamwoord
- betrekkelijk voornaamwoord
lees de theorie in je lesboek op blz. 134-135
Tip bij wie en wat:
Kun je wie of wat vervangen door degene die of dat wat?
Dan heb je te maken met een betr. vnw.
Wat je mij hebt verteld, zal ik geheimhouden.
Wie de wedstrijd wint, is nummer één!