Rekenen, P6, les 2 en 3

Rekenen, P6, les 3*
welkom bij de rekenles


* les 2 is vervallen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Rekenen, P6, les 3*
welkom bij de rekenles


* les 2 is vervallen

Slide 1 - Slide

voorbereiding door de docent
scores van de groepen meenemen
      leesboekjes NL t.b.v. geslaagden

zoveel mogelijk flessen en litermaten vullen t.b.v. referentiemaat emmer (doorschuiven naar les 4)

bundels basisvaardigheden meenemen
kopieën Startrekenen Verbanden meenemen

Slide 2 - Slide

de afgelopen rekenexamens                                   2R8D
5 studenten die een score hebben tussen 4,0 en 4,8

4 studenten die een score hebben tussen 2,1 en 3,5

Als je voor rekenen een 5 hebt (of hoger) en voor Nederlands een eindscore 6 of hoger, dan ben je voor dit deel van de opleiding geslaagd.

Slide 3 - Slide

Hoe nu verder?
- De herkansing is in periode 8.

- We werken in de les aan verschillende rekendomeinen.

- Jullie moeten als huiswerk heel veel oefenen.
Daarvoor zullen jullie een licentie van NU Rekenen online moeten kopen. De informatie staat in de bijlage bij de e-mail die ik vandaag gestuurd heb. 
Tip: Heel veel opleidingen werken met dit programma.

Slide 4 - Slide

het afgelopen rekenexamen
De officiële scores staan waarschijnlijk nog niet in eduarte.
Ik heb al wel de cijfers. (Die ga ik straks per persoon melden.)
MAAR we weten niet hoe eduarte gaat afronden.
- Een student met een 6,0 of hoger heeft vrijstelling.
- Een student met een 5,5 of 5,6 of 5,7 of 5,8 of 5,9
moet rekenles volgen en afwachten of de score in eduarte een 6 is geworden.
- Een student met een 5,4 of lager gaat hard werken in de les en met het huiswerk.

Slide 5 - Slide

nieuwe regel
Het is verplicht om ook in de berekeningen telkens alle eenheden te noteren.

voorbeelden
  • 2 cm x 3 cm = 6 cm2   (en niet 2 x 3 = 6 cm2)
  • 3 dm x4 dm x10 dm= 120 dm 3 (en niet 3x4x10= 120 dm3)
  • 5 tassen x € 4,50 = € 22,50 (en niet 5 x 4,5 = € 22,50 )


Slide 6 - Slide

oefenen met woordformules en reken-regels
Een zwembad heeft een zomervakantie-aanbieding.
Je kunt een strippenkaart kopen met een aantal keer zwemmen.
kosten per 'bad' = € 4,50

zomerzwemmen = aantal baden x prijs + € 10,00
Wat komt eerst, vermenigvuldigen of optellen?
Wat betaal je voor 8 keer zwemmen?
Wat is die € 10,00 ?

Slide 7 - Slide

oefenen met woordformules
Een zwembad heeft een zomervakantie-aanbieding.
Je kunt een strippenkaart kopen met een aantal keer zwemmen.
kosten per 'bad' = € 4,50
Wat komt eerst, vermenigvuldigen of optellen? (keer)
Wat is die € 10,00 ?  (basistarief, administratiekosten)
Wat betaal je voor 8 keer zwemmen?
zomerzwemmen = aantal baden x prijs + € 10,00
                                     ( 8 x € 4,50 ) + € 10,00
                                         € 36,00     + € 10,00 = € 46,00

Slide 8 - Slide

huiswerk voor de volgende les
- Koop de licentie voor NU Rekenen [zie e-mail]
- Maak / herhaal de opdrachten van 
Basisvaardigheden 1, 2, 3, 13, 14, 24 (opdr. 1, 4 en 5). [e-mail]
(Wie neemt ze mee voor de afwezige klasgenoten?)
Tips:
-Deze opdrachten helpen je bij de voorbereiding op de herkansing van het rekenexamen.
-De volgende les wordt veel zinvoller als je de opdrachten thuis al gemaakt hebt.

Slide 9 - Slide

rekenen in het weerbericht voor Nederland
Je leest op zondagmiddag deze tekst.




- komende nacht                   - aan het einde van de nacht
- noorden en oosten              - uit het zuidoosten
- zuidwesten                         - de minimumtemperatuur
- rond                                  - het vriespunt  



                                           - dicht bij het vriespunt


Slide 10 - Slide

de woordenschat
komende nacht                  - de nacht na deze middag
aan het einde van de nacht - vanaf ongeveer 04:00 uur
noorden en oosten  
uit het zuidoosten
zuidwesten 
de minimumtemperatuur    - de laagste temp.
rond                                 - ongeveer 3 graden Celsius
het vriespunt                     - 0      (water wordt ijs)

Slide 11 - Slide

vrijwilligers gevraagd
Welke twee studenten willen naar de wc lopen en daar alle flessen en litermaten vullen?



Slide 12 - Slide

inhoud
Welke twee systemen van inhoudsmaten hebben we?

Slide 13 - Slide

afronden
A   1000 kg :13 pers.= 76,92 kg/persoon
B     630 kg : 8 pers. = 78,75 kg/persoon
C     300 kg : 4 pers. = 75 kg/persoon                                   

Geef je antwoorden via LessonUp:
1-  Rond antwoord bij A af op een heel getal

2-  Rond antwoord bij B af op 1 decimaal.

Slide 14 - Slide

rekenen met tijd




              A                                B

Hoeveel tijd zit er tussen klok A en klok B?

Slide 15 - Slide

rekenen met tijd: Hoeveel tijd zit er tussen klok A en klok B? 

                                                                      60 min = 1 uur
              A                                B                  120 min. = 2 uur
klok A    09:23 uur          klok B   11:40 uur
van 09:23 uur naar 10:00 uur is 37 minuten
van 10:00 uur naar 11:00 uur is 60 minuten
van 11:00 uur naar 11:40 uur is 40 minuten
37 min. + 60 min. + 40 min. = 137 minuten = 2 uur en 17 min.

Slide 16 - Slide

referentiemaat lengte
duo 1: Meet de hoogte van de klapdeur in de gang.

duo 2: Meet de hoogte van een deur tussen de gang en de wc-ruimte.

duo 3: Meet de hoogte van het lokaal.

duo 4: Meet de hoogte van de toiletruimte (naast de wastafel).

Slide 17 - Slide

vervolg domein 5: Kwantitatieve informatie
- afmaken van H.15 Staaf- en cirkeldiagrammen
(zit in les 1)
- beginnen aan H.16 Lijndiagrammen
(aparte LessonUp)

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

gezamenlijke afsluiting
Hebben jullie goed kunnen werken?

Slide 20 - Slide