H3 - Week 11 - les 2 - schrijven H4

Welkom!
Nederlands 
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, Di, wo, vrij

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Nederlands 
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, Di, wo, vrij

Slide 1 - Slide

- Welkom
- Schrijven H4 -  betoog
- Feedback uitwisselen

Doel:
- Je maakt onderscheid tussen een standpunt en een argument (3F)
- Je maakt onderscheid tussen waarderende en feitelijke argumenten (4F)
- Je kunt een argumentatieschema weergeven in een blokjesschema (4F)
- Je maakt onderscheid tussen een argument, een tegenargument en een weerlegging.
- Je kunt alle bovengenoemde punten in een betoog toepassen
Vandaag in de les:

Slide 2 - Slide

Toetsstof:
H 2 en 3 woordenschat;
H 3 spelling;
H 3 en 4 lezen
Leren voor de toets:

Slide 3 - Slide

Wat is een betoog? 

- Een geschreven tekst;
- Geschreven om anderen te overtuigen van het standpunt van de schrijver;
- De schrijver noemt overtuigende argumenten ;
- De schrijver noemt tegenargumenten
- De schrijver weerleggt de tegenargumenten (laat zien dat ze niet kloppen)
Schrijven H4: een betoog

Slide 4 - Slide

Titel
De titel bedenk je als laatste.
De titel moet scherp en helder worden geformuleerd.
 
Jouw standpunt kan nooit de titel zijn. (goed onthouden)

Slide 5 - Slide

Inleiding

1. aanleiding, constatering, anekdote en/of probleemomschrijving
2. geef een of meerdere voorbeelden (van het genoemde/ onderwerp)
3. formuleer jouw standpunt over het onderwerp

Slide 6 - Slide

Middenstuk

Argument 1, 2 en 3 inclusief ondersteuning.
Per argument gebruik je een alinea.

Tegenargument en weerlegging (of afzwakking).

Slide 7 - Slide

Tegenargument + weerlegging: voorbeeld van leerling Z (2019)

[ tegenargument ] Nu zullen er mensen zijn die zeggen: die kinderen van zestien kunnen nog helemaal geen verantwoordelijkheid aan. Je ziet ze op allerlei gebieden onverantwoordelijk gedrag vertonen. [ weerlegging ] Maar tegen die mensen wil ik zeggen: je bent niet van de ene op de andere dag verantwoordelijk. Verantwoordelijkheid moet je eerst krijgen om ermee te leren omgaan. En hoe jonger die wordt geoefend, hoe sneller dit zal worden geleerd. 

Slide 8 - Slide

Slot

- Je herhaalt jouw standpunt nogmaals
- Je benoemt heel kort nogmaals jouw argumenten (ultrakort)
- Je sluit af met een passende slotzin/ uitsmijter

Op de volgende slide enkele gruwelijk foute afsluiters uit de jaren 2015 tot heden: 


Slide 9 - Slide

- Bedankt voor het lezen.
(Variant: Ik hoop dat je/u het leuk vond om te lezen)
- Groetjes!
- De toekomst zal het leren (te cliché!)
- Zo, dit was mijn betoog.
P.s. Een schrijver schrijft ook niet aan het einde van zijn boek: Zo, dit was mijn boek. 
- Dit is geschreven door [naam].  
(Zie vorig post scriptum)


Slide 10 - Slide

Wat:  Wissel feedback uit op je betoog van opdracht 4 - 
Als je het nog niet af hebt, geef feedback op wat je tot nu toe hebt.

Het feedback formulier (dat ook ter beoordeling gebruikt wordt) is te vinden in opdracht 4. 

Wanneer: deze les
Hoe: Je mag (moet!) kritisch zijn, daar leert je duo-partner alleen maar van! Kijk goed of de tekst (of de opbouw) klopt. Zitten alle dingen die in het feedback-formulier genoemd worden ook in de tekst?

Aan de slag

Slide 11 - Slide

Wat:  eigen leerlijn Schrijven H4, helemaal
- Let op: opdracht 4 lever je in als SO (nadat je feedback gekregen hebt van je duopartner (volgende les uiterlijk feedback geven)

Als je het betoog bij opdracht 3 geschreven hebt en je wilt weten of het goed is, vraag het dan even aan de docent, bij opdr. 4!

Wanneer: Deze betoog inleveren (it's) 
Hoe: Zorg dat je argumenten kloppen en wil vooral niet te snel. Let op je spelling en je zinsopbouw als je gaat schrijven. 

Aan de slag

Slide 12 - Slide